NL
1
BEDIENINGTOETSEN
TIJDINSTELLING
1. Zet de functieschakelaar (11) in ‘OFF’. Sluit het netsnoer aan op het stopcontact. De
tijdsaanduiding knippert om aan te duiden dat er een stroomonderbreking is geweest en dat
de aangeduide tijd niet juist is.
2. Druk, om de juiste tijd in te stellen, tegelijkertijd op de toets voor de tijdinstelling (7) en de
toets voor het instellen van de uren (10) of de toets voor het instellen van de minuten (9)
totdat de juiste tijd aangeduid wordt.
3. Op het batterijencompartiment (14) op de achterkant van het toestel en plaats een 6LR61 (of
gelijkaardige) 9-volt batterij (niet meegeleverd). De bedoeling van de batterij is de
opgeslagen informatie betreffende de alarmtijd en de klok te laten functioneren in geval er
een stroomonderbreking is. Als dit gebeurt houdt de klok de tijd bij, maar deze wordt niet
getoond.
Opmerking
: de juistheid van de klok vermindert naar gelang de capaciteit van de batterij daalt.
Als er geen batterij geïnstalleerd is en de stroomonderbreking voortduurt, moet u de klok
opnieuw instellen.
NOTEER
: als het toestel alleen met de batterij gebruikt wordt zal de klok slechts gedurende
1.
LED display
2.
Volumeregeling
3.
Afstemming
4.
Bandkeuze
5.
Snoozetoets
6.
Alarminstelling
7.
Tijdinstelling
8.
Sleeptoets
9. Instelling minuten
10. Instelling uren
11. Functieschakelaar
12. Dimmerschakelaar
13. FM-antenne
14. Batterijencompartiment
15. Netsnoer
16. Auto aanduiding