Gebruikershandleiding
VISUELE SIGNALEN
In deze paragraaf worden de weergaves van de 4 statusleds getoond tijdens de verschillende operationele fases van
de acculader.
REF.
BESCHRIJVING
DL4 LED
(groen)
DL3 LED
(geel)
DL2 LED
(groen)
DL1 LED
(rood)
DISPLAY
S1
Alleen accuvoeding
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
S2
Alleen netvoeding
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
S3
Zowel accu- als netvoeding
AAN
UIT
UIT
UIT
AAN
S4
Automatisch start uitvoeren
BL
BL
BL
BL
AAN
F1
Fase 1 – Aanvankelijke lading
CI
BL
UIT
UIT
UIT
AAN
F2-F7
Fase 2 – Fase 7
BL
AAN
UIT
UIT
AAN
F8
Vereffeningsperiode
AAN
AAN
AAN
UIT
AAN
EQU
ON
Vereffeningslading AAN
(bezig)
BL
BL
ONAAN
UIT
AAN
UIT
AAN
EQU
OFF
Vereffeningslading UIT
(gepauzeerd)
AAN
AAN
AAN
UIT
AAN
M
Onderhoud
BL
BL
ONAAN
UIT
AAN
END
Laden voltooid
AAN
AAN
AAN
UIT
AAN
Waar:
UIT = de led is uit
AAN = de led brandt constant
BL = de led knippert (Knipperen, T=1 seconde)
- - = de led kan in elke toestand zijn
LCD DISPLAY
Tijdens het opladen biedt de acculader 3 monitormenu’s, waartussen u kunt omschakelen door op knop P2 te
drukken, en waarvan de gedetailleerde betekenis eerder werd geïllustreerd
Hieronder vindt u een samenvatting van de informatie die respectievelijk gegeven wordt op de weergaves van
MONITOR 3.
D00582-02
59
P2
P2
P2
MONITOR1
MONITOR2
MONITOR3