NEDERLANDS
65
Accupack:
Het accupack (1) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C en 30°C. De toelaatbare oplaadtemperatuur ligt
tussen 0 °C en 50 °C.
Li-ion-accupacks „Li-Power“
hebben een capaciteits- en signaalindicatie (6):
Druk op toets (5) en de laadtoestand wordt door de LED-verlichting aangegeven.
Wanneer een LED-lampje knippert, is het accupack bijna leeg en moet het weer opgeladen
worden.
Bediening:
Accupack laden:
Accupack volledig, tot de aanslag op de schuifbevestiging (2) schuiven.
De bedrijfs-LED (3) knippert.
Conditieladen:
Wanneer het laden is beëindigd, schakelt de acculader automatisch over op conditieladen.
Het accupack kan in de acculader blijven zitten en is zodoende altijd gereed voor gebruik.
De bedrijfs-LED (3) brandt continu.
Storing:
●
Waarschuwings-LED (4) brandt continu.
Accupack wordt niet opgeladen. Temperatuur te hoog/te laag. Ligt de temperatuur van het
accupack tussen 0 °C en 50 °C, dan begint het laden automatisch.
●
Waarschuwings-LED (4) knippert.
Accupack defect. Accupack direct uit de acculader nemen.
Accupack is niet goed op de schuifbevestiging (2) geschoven.
5
Instandhouding en onderhoud
RO RH4000:
De ventilatiesleuven van de machine af en toe reinigen.
Acculader:
Reparaties aan de acculader mogen uitsluitend uitgevoerd worden door een erkend
elektromonteur!
Wanneer de elektrische leiding van dit apparaat wordt beschadigd, dient hij ter voorkoming van
risico's door de producent, diens klantenservice of een soortgelijke gekwalificeerde persoon te
worden vervangen.