37
NL
5
Stroomvoorziening
1.
Schakel de automatische zekering
uit. Controleer dat deze voor alle
polen is afgesloten.
6
Voeding aansluiten
1.
Draai de schroeven van de trek-
ontlasting los en schuif de kabel
erin.
2.
Sluit de L en N kabel op de aan-
sluiting aan.
3.
Draai de schroeven van de trek-
ontlasting vast.
7
Kabelgeleiding
1.
Duw het andere einde van de
stroomkabel (niet aangesloten)
door de kabelwartel.
2.
Plaats de deksel van het aan-
sluitgedeelte terug en draai de
schroef vast.
3.
Draai de schroef van de kabel-
wartel vast.
8
Elektische aansluiting
Als een externe schakelaar - bijvoor-
beeld een lichtschakelaar, thermo-
staat etc. - wordt gebruikt om het
apparaat te bedienen, moet deze
zich in de L draad bevinden.
9
Verzorging & onderhoud
Ontkoppel de ventilator
van stroomnet vooraf-
gaand aan werkzaamheden aan
het apparaat.
Controleer altijd of het apparaat on-
beschadigd is.
1.
Verwijder de deksel van het ap-
paraat door de schroeven van de
deksel te verwijderen.
2.
Maak de deksel schoon met voch-
tige, zachte en pluisvrije doek.
3.
Gebruik een zachte borstel om de
rotor te reinigen.
4.
Plaats de deksel terug en draai de
schroeven vast.