NL //
HANDLEIDING
STUURPEN // ART.NR.: 2285819
Montage voorbereiden
1. Monteer de voorvork volgens de aanwijzingen van de fabrikant en kort de vorkbuis in
indien nodig. Het klemvlak van de vorkbuis moet de volgende lengte hebben:
• Voorvorken met aluminium vorkbuis: De vorkbuis moet 2 tot 3 mm korter zijn dan
het hoogst gemonteerde onderdeel (afb. A/A).
• Voorvorken met carbon vorkbuis: De vorkbuis moet 1 mm boven de stuurpen
uitkomen (afb. B/B).
2. Monteer de stervormige moer of vorkbuisverlenger volgens de aanwijzingen van de
fabrikant in de vorkbuis. In carbon buizen mag geen stervormige moer gemonteerd
worden.
3. Reinig het stuur, de vorkbuis en de stuurpen. Alle klemvlakken moeten schoon en
vetvrij zijn. Breng bij gebruik van een carbon stuur en/of carbon vorkbuis carbon
montagepasta op de klemvlakken aan.
4. Draai de schroeven van de vorkbuisklem (afb. C/7) twee omwentelingen los.
5. Verwijder de schroeven van de stuurklem (afb. C/5) en verwijder de klembeugel(s).
Stuurpen monteren
1. Schuif de stuurpen zo op de vorkbuis dat de stuurpen naar beneden gebogen is en
centreer hem wijzend in de rijrichting.
2. Bij voorvorken met carbon vorkbuis: plaats spacers (afb. B/3) met een minimale
hoogte van 5 mm op de stuurpen.
3. Plaats de top cap (afb. A, B, C/2) op de stuurpen en draai de schroef voor de
instelling van de speling op het balhoofdstel (afb. A, B, C/1) er volledig in. Draai de
schroef niet vast.
4. Plaats het stuur en de klembeugel(s) en draai de schroeven van de stuurklem
(afb. C/4) dusdanig vast dat het stuur nog bewogen kan worden.
→
De gleuf tussen klembeugels en stuurpen (afb. C/4) moet aan de boven- en
onderkant gelijk zijn.
5. Centreer het stuur en stel de hoek in. Let hierbij op de handleiding van de fabrikant.
6. Draai de schroeven van de stuurklem (afb. C/5) om en om vast met 5 tot 6 Nm.
7. Speling in het balhoofdstel instellen: Draai de schroef voor het instellen van de
speling op het balhoofdstel (afb. A, B, C/1) vast zodat er geen speling op het
balhoofdstel meer merkbaar is. Let hierbij op de handleiding van de fabrikant.
8. Draai de schroeven van de vorkbuisklem (afb. C/7) om en om vast met 5 tot 6 Nm.
Onderhoud
Regelmatig onderhoud zorgt voor een lange en betrouwbare gebruiksduur en een
onbeperkte werking. ROSE Bikes adviseert de volgende handelingen:
• Controleer regelmatig de aanhaalmomenten van de schroefverbindingen en draai
de schroeven aan indien nodig.
• Reinig de stuurpen regelmatig met een mild reinigingsmiddel. Let op de
voorschriften van het gebruikte reinigingsmiddel.
• Controleer de stuurpen en schroeven regelmatig op beschadigingen zoals
scheuren, vervormingen en corrosie en vervang de stuurpen indien nodig.
Deze handleiding is ook beschikbaar als pdf-bestand op rosebikes.nl/handleidingen.
Algemeen / veiligheid
Deze handleiding moet voor het eerste gebruik van de stuurpen gelezen en begrepen
worden. Bewaar deze handleiding goed om later nog e.e.a. na te kunnen lezen. Indien
je de stuurpen verkoopt of weggeeft, dient deze handleiding te worden meegeleverd.
Een stuurpen die voor een vorkbuis met een buitendiameter (afb. C/6) van 28,6 mm
(1 1/8”) geschikt is, kan met behulp van een pashuls (art.nr. 522566) ook aan een
vorkbuis met een buitendiameter (afb. C/6) van 25,4 cm (1”) gemonteerd worden. De
gleuf van de pashuls moet in de rijrichting wijzen om beschadigingen aan de vorkbuis te
vermijden.
Doelmatig gebruik
De stuurpen mag alleen worden gebruikt op verharde wegen, grindpaden en
eenvoudige trails met sprongen, tredes en obstakels van max. 15 cm hoog.
De stuurpen mag alleen met negatieve hoek worden gemonteerd.
Als de stuurpen voor een fiets met elektronische versnellingen van Shimano wordt
gebruikt, kan de verdeler/junction van de schakeleenheden (afb. D/8) in de stuurpen
gemonteerd worden (zie ook afb. D).
GEVAAR
Gevaar op een ongeluk door verkeerde montage of verkeerd gebruik van de
stuurpen!
Een juiste montage en juist gebruik van de stuurpen draagt wezenlijk bij aan de
veiligheid van de fiets. Houd rekening met de volgende punten:
• Gebruik de stuurpen uitsluitend voor het hieronder aangegeven gebruiksdoel.
Afwijkend gebruik kan tot ongevallen leiden met de dood tot gevolg.
• Alleen personen met voldoende vakkennis en ervaring mogen de stuurpen
monteren. Raadpleeg bij twijfel een opgeleide rijwielhersteller!
• Het aanhaalmoment van de schroefverbindingen mag niet overschreden
worden. Controleer de handleiding van de fabrikant van het stuur en de voorvork
op specifieke voorschriften. Vooral bij het gebruik van een carbon stuur of
een voorvork met carbon vorkbuis kunnen de door de fabrikant aangegeven
aanhaalmomenten duidelijk lager zijn.
• De stuurpen kan na een val niet zichtbare beschadigingen hebben. Laat de stuurpen
na een val door een opgeleide rijwielhersteller controleren en evt. vervangen!
• Aluminium stuurpennen moeten na 2 jaar of 10 000 km vervangen worden.
• Laat de stuurpen bij kraakgeluiden of uiterlijke veranderingen zoals scheuren,
vervormingen of verkleuringen door een opgeleide rijwielhersteller controleren en
indien nodig vervangen.
8
A = 2 - 3 mm
Al
1
2
B = 1 mm
C
1
2
3
6
4
4
1
2
5
5
7
A
B
C
D