64
Verklaring van de toetsen
Functietoetsen van de
calculator
Het is niet nodig om ALT te gebruiken wanneer u deze
toetsen van de calculator gebruikt.
Q(
MC
)
Wist het geheugen.
W(
MR
)
Haalt een getal op uit het geheugen.
E(
M
-)
Trekt het weergegeven getal af van het
getal in het geheugen.
R(
M
+)
Slaat een positief getal op in het
geheugen.
+
Telt een getal op.
-
Trekt een getal af.
x
Vermenigvuldigt een getal.
÷
Deelt een getal. Weergegeven als “/."
•
Voegt een decimale komma in.
=
Voert een berekening uit.
O(%)
Berekent een percentage.
I(
√
)
Berekent een vierkantswortel.
P(+/-)
Maakt een getal positief (+) of negatief
(–).
(C/Ce)
Verwijdert het laatst ingevoerde getal.