123
Bediening
CD-modus
• CD-opening (17)
Schuif hier de CD voor de weergave in de CD-drive.
De CD moet altijd met de beschreven kant naar boven worden geplaatst.
• Toets (18)
Druk op deze toets om een geplaatste CD uit te werpen.
• Toetsen
en
(11)
Deze toetsen dienen voor de keuze van de afzonderlijke nummers van een CD resp. voor het zoeken naar een
bepaalde passage binnen een nummer.
De pijlen op de toetsen geven de zoekrichting (vooruit resp. achteruit) aan.
Druk de toetsen kort om naar de volgende of vorige track te springen.
Druk lang op de toetsen om binnen een track een bepaalde passage te zoeken.
• Toets PAU (19)
Druk op deze toets om de CD-weergave kort te onderbreken.
Door nogmaals te drukken, begint het afspelen weer op de plaats waar was gestopt.
• Toets RPT (20)
Druk op deze toets om de herhaalfunctie te activeren. Door meermaals op deze toets te drukken, selecteert u hoe
deze functie werkt:
RPT ONE: Herhaling van de actuele track
RPT DIR:
Herhaling van de actuele map (enkel bij MP3-gebruik en opslagmedium met mappenstructuur)
RPT ALL:
Het volledige opslagmedium wordt afgespeeld en dan herhaald (normale weergave)