15
NEDERLANDS
DE TRIMLENGTE INSTELLEN
• De opzetkam kan worden ingesteld op 17 verschillende haarlengtes.
• Selecteer de kamlengte door het zoomwieltje omhoog te draaien voor een
langere lengte en omlaag voor een kortere lengte. Raadpleeg de onderstaande
tabel voor de verschillende haarlengtes.
• Het wieltje zal bij elke lengte-instelling op zijn plaats klikken en het nummer
behorende bij de lengte-instelling verschijnt op de indicator.
Kamstand
Haarlengte
0.4
0.4 mm
1
1 mm
1.5
1.5 mm
2
2 mm
2.5
2.5 mm
3
3 mm
3.5
3.5 mm
4
4 mm
4.5
4.5 mm
5
5 mm
6
6 mm
8
8 mm
10
10 mm
12
12 mm
14
14 mm
16
16 mm
18
18 mm
• Opmerking:
de opzetkam moet op het apparaat zijn bevestigd om de haarlengte te
kunnen selecteren.
OM BAARDEN EN SNORREN TE TRIMMEN OF UIT TE DUNNEN
1. Bevestig de verstelbare kam.
2. Stel de opzetkam in op de gewenste lengte met behulp van het zoomwieltje. De
instelling verschijnt op de indicator voor de lengte-instelling. Wanneer u het apparaat
voor het eerst gebruikt, begin dan op de maximale lengte-instelling.
3. Zet het apparaat aan.
4. Plaats de vlakke bovenkant van de opzetkam tegen de huid.
5. Verplaats de opzetkam langzaam door het haar. Herhaal dit, indien nodig, vanuit
verschillende richtingen.
6. Wanneer zich tijdens het trimmen haar ophoopt in de opzetkam, schakelt u het
apparaat uit, haalt u de opzetkam eraf en verwijdert u het haar met een borstel.
GB
DE
NL
FR
ES
IT
DK
SE
FI
NO
PT
SK
CZ
PL
HU
RU
TR
RO
GR
SI
HR
UA
BG
AE