4.
Verwijder de doppen van de bovenste uiteinden van het frame van de rollator en schuif de
stangen met de grepen/remgrepen in die uiteinden. De handgrepen moeten parallel aan de
looprichting gemonteerd worden.
5.
Pas de hoogte aan en zet de spanschroef in de beugel. Zorg ervoor dat de onderlegring direct
tegen de schroef aan blijft zitten. Laat de rode knop van de spanklemmen los zodat deze vast
kunnen klikken. Draai daarna de moeren van de schroeven goed vast.
Veiligheidstip
1.
Zorg ervoor dat de rollator volledig is uitgeklapt en het zitje vast is geklikt voordat u de rollator
gebruikt.
2.
Laat uzelf niet op de zitting van de rollator vallen!
3.
Zorg ervoor dat hoogte van beide handgrepen dezelfde is en test de stabiliteit van de rollator
voordat u deze voorzichtig met uw volledige lichaamsgewicht belast.
4.
Controleer de remmen
iedere keer
voordat u de rollator gebruikt. Als de handrem geactiveerd is,
mogen de wielen niet meer draaien anders moeten de remmen/de handremmen opnieuw
ingesteld worden.
5.
Activeer de handrem door de remgreep licht naar beneden te drukken en controleer dan of de
rollator stevig vaststaat voordat u op het zitje van de rollator gaat zitten! Ga alleen zitten als de
rollator op een stevige, vlakke ondergrond staat.
6.
Vervang wielen waarvan duidelijk zichtbaar is dat ze beschadigd of versleten zijn bij uw
vakhandelaar.
7.
Een rollator is geen rolstoel maar dient uitsluitend als loophulp. Laat u niet duwen als u op het
zitje van de rollator hebt plaatsgenomen.
8.
Maximaal gewicht van de gebruiker: 130 kg.
Gebruik van remmen en handremmen
1.
Gebruik beide remmen/handremmen tegelijk.
2.
Om de rollator even af te remmen of stil te laten staan, remt u door de
remgrepen gelijktijdig naar boven te trekken tot de gewenste snelheid
bereikt hebt of tot u tot stilstand bent gekomen.
3.
Voor het arreteren van de handrem duwt u de remgrepen tegelijk naar
beneden - in geen geval met veel
kracht of geweld - tot ze duidelijk
merkbaar vastklikken.
4.
Om de handrem weer uit te
schakelen moet u de remgrepen
tegelijk naar boven trekken tot ze uit
de
arretering
loskomen.
5.
In welke mate de rem werkt
kan direct met de remgreep
(a)
of de
Bowdenkabel
(b)
ingesteld worden.
a
b