1.1
12
U kunt de helderheid en kleur van de afbeeldingen aanpassen in de
opnamemodus.
Nadat u in de opnamemodus bent gekomen, druk op de ENTER-knop,
waarna de volgende afbeeldingen zal worden weergegeven:
EV betekent helderheid; R betekent rood; G betekent groen; B betekent
blauw.
Druk op de ENTER-knop om te schakelen, druk op de LINKS/RECHTS-
knop om de gegevens aan te passen. Druk op de SCAN-knop om
terug te gaan naar de afbeeldingsvoorbeeldmodus.
1.2 Opname: Spiegelen/draaien (toets)
Als een afbeelding moet worden gespiegeld/gedraaid vóór de opname,
druk dan de LINKS/RECHTS-knop in voor de spiegel/draaifunctie,
waarna de liveweergave dienovereenkomstig wordt aangepast (deze
stap wordt gebruikt wanneer de gebruiker de dia/foto per ongeluk
ondersteboven of gedraaid heeft geplaatst). De spiegel- en draaifunctie
kunnen alleen worden gebruikt in de live weergavemodus.
Spiegelen
Druk de LINKS-knop in om de afbeelding te veranderen van links naar
rechts.
Aanpassen
van
de
helderheid
en
kleur
van
de
afbeelding
