Functiemogelijkheden:
Pairing
1.
Druk op de knop voor het verlagen van het geluidsvolume (2) van de uitgeschakelde oudereenheid en houd deze knop ingedrukt.
2.
Schakel de oudereenheid in door de aan-uitknop (1) ingedrukt te houden. De bedrijfsindicator (3) begint groen te knipperen. Laat beide knoppen los.
3.
Druk op de knop voor het verlagen van de microfoongevoeligheid (11) van de uitgeschakelde baby-eenheid en houd deze knop ingedrukt.
4.
Schakel de baby-eenheid in door de aan-uitknop (10) ingedrukt te houden. De bedrijfsindicator (12) begint groen te knipperen. Laat beide knoppen los.
5.
Druk nu opnieuw op de knop voor het verlagen van microfoongevoeligheid (11) van de baby-eenheid. Als de koppeling (pairing) is gelukt, hoort u op de oude-
reenheid twee pieptonen. De bedrijfsindicatoren van de ouder- (3) en baby-eenheid (12) moeten nu groen blijven branden.
6.
De babyfoon is nu klaar voor gebruik.
7.
Als de ouder- en baby-eenheid niet met elkaar communiceren, herhaalt u het pairing-proces.
Baby-unit / Zender
1.
Bij normaal gebruik zendt de baby-eenheid uit in de VOX-modus. Deze draagt het signaal alleen over, als de microfoon van de baby-eenheid geluiden waar-
neemt. U kunt de microfoongevoeligheid met de knop (11) op de baby-eenheid verhogen of verlagen. De helderheid van het nachtlampje toont het gevoelig-
heidsniveau bij het instellen. Bij de hoogste gevoeligheid blijft de baby-eenheid continu uitzenden.
2.
Wanneer de baby-eenheid geluiden overdraagt, brandt de overdrachtsindicator (15) geel.
3.
Met de schakelaar van het nachtlampje(14) kunt u het nachtlampje in- resp. uitschakelen. In ingeschakelde toestand kunt u kiezen uit 3 helderheidsniveau
door opnieuw op de schakelaar van het nachtlampje te drukken. Bovendien kunt u het nachtlampje in de VOX-modus schakelen, die u herkent aan een lichtge-
vende VOX-indicator voor nachtlampje (13). In deze modus gaat het nachtlampje altijd enkele seconden branden, als de microfoon een geluid detecteert.
4.
U kunt uw kind horen via de luidspreker (19) op de achterzijde van de baby-eenheid, als u met de intercomfunctie op de oudereenheid met hem of haar com-
municeert. U kunt het volume van de luidspreker met de knoppen (11) verhogen resp. verlagen, terwijl u de spreekknop (8) op de oudereenheid ingedrukt
houdt. Stel, zonder de spreekknop in te drukken, met de knoppen (11) de gevoeligheid van de microfoon van de baby-eenheid in.
5.
Om de stralingsarme ECO-modus in te schakelen, drukt u drie keer snel achter elkaar op de aan-uitknop (10). U herkent de ECO-modus aan de blauw branden-
de bedrijfsindicator (12). Om terug te keren naar de normale modus, drukt u opnieuw drie keer snel achter elkaar op de aan-uitknop.
! LET OP: In de ECO-modus is het bereikalarm niet actief. U ontvangt daarom geen melding van de oudereenheid als u niet meer binnen het bereik
van de baby-eenheid bent of als deze is uitgeschakeld.
Ouder-unit / Ontvanger
1.
Wanneer de oudereenheid een signaal ontvangt, gaan de leds van de geluidsniveau-indicator (5) branden, afhankelijk van de geluidssterkte van het signaal.
2.
Het geluidsvolume van de luidspreker kan met de knoppen (2) worden verhoogd resp. verlaagd. Het ingestelde geluidsvolume wordt daarbij weergegeven door
de leds van de geluidsniveau-indicator (5).
3.
Als u het geluid helemaal heeft gedempt, schakelt de oudereenheid automatisch naar de trilmodus over. In deze modus trilt de oudereenheid automatisch zodra
deze een signaal ontvangt. Om de trilmodus uit te schakelen, verhoogt u het geluidsvolume weer. Houd er rekening mee dat de gebruiksduur van de accu korter
is wanneer de trilmodus is ingeschakeld.“
4.
U kunt via de intercomfunctie met uw baby communiceren. Druk daarvoor op de spreekknop (8) op de bovenzijde van de oudereenheid en houd deze ingedrukt.
Houd er rekening mee dat u uw baby niet kunt horen zolang u de spreekknop ingedrukt houdt.
5.
Als de oudereenheid langer dan 30 seconden buiten het bereik van de baby-eenheid is, ontvangt u een optisch en akoestisch bereikalarm op de oudereenheid.
Het alarm stopt pas als u weer binnen het bereik van de baby-eenheid bent.
6.
Door kort op de aan-uitknop te drukken, geeft de geluidsniveau-indicator (5) van de ingeschakelde oudereenheid de accustand aan. Als de accustand van de
oudereenheid laag is, ontvangt u een optisch en akoestisch alarm. Laad deze dan met de meegeleverde netvoedingsadapter weer op.
Reiniging en onderhoud
Trek de voedingseenheden altijd uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt. Gebruik uitsluitend een licht vochtige doek. Dompel het apparaat niet onder in
water. Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen.
Dit product vereist geen speciaal onderhoud. De reparaties van het apparaat mogen uitsluitend door een specialist worden uitgevoerd.
4