79
9. Ingebruikname van het model
a) Ingebruikneming van de afstandsbediening
In de gebruiksaanwijzing van het modelvliegtuig worden in de afbeelding over de afstandsbediening alleen de
stuurelementen weergegeven en dienen zo alleen ter illustratie. De werking van de afstandsbediening wordt in de
afzonderlijk meegeleverde gebruiksaanwijzing verklaard.
b) Opladen van de vliegaccu
Laad de vliegaccu op in overeenstemming met de instructies van het gebruikte laadapparaat. Let op de
veiligheidsinstructies uit deze gebruiksaanwijzing en deze in de gebruiksaanwijzing van het laadapparaat.
c) Plaatsen en aansluiten van de vliegaccu
In afbeelding 8 ziet u de positie van de aandrijfmotor
(1), vliegregelaar (2), hoogte- en richtingsroerservo (3),
vliegaccu (4), aansluitkabels van de rolroerservo’s (5),
stekkersysteem van de accu / vliegregelaar (6) en de
zijdelingse montageplaats van de ontvanger (7) in de
romp.
De vliegaccu wordt na het afnemen van de cabinekap
voor in de romp geschoven en rond de vleugel met
klittenband bevestigd.
De exacte positie van de accu wordt door het
zwaartepunt bepaald.
d) Instellen van het zwaartepunt
Het model moet door een geschikte opstelling van de
vliegaccu (en indien nodig door het toevoegen van lood)
zo worden ingesteld, dat het zwaartepunt zich ca. 46
mm (+/- 3 mm) achter de neuslijst van de vleugel
bevindt.
Markeer hiertoe aan de onderkant van de vleugels met
een stift de overeenkomstige posities van het
zwaartepunt. Ondersteun vanaf de onderkant het in
elkaar gezette vliegklare model op de meetpunten met
de wijsvingers van uw linker- en rechterhand (of een
overeenkomstige voorziening).
Bij een correct zwaartepunt dient het model een licht
naar voren gebogen positie aan te nemen.
Afbeelding 8
Afbeelding 9