80
Richtingroerfunctie:
Als u de stuurknuppel voor de motortoerental- en de richtingroerfunctie (zie afb. 2, pos. 10) naar links beweegt, moet het richtingroer naar links uitslaan.
Afb. 10f
Als u de stuurknuppel voor de motortoerental- en de richtingroerfunctie naar rechts beweegt, moet het richtingroer naar rechts uitslaan.
Afb. 10g
Indien het richtingroer precies andersom reageert, dan kunt u met behulp van de reverse-schakelaar (zie afb. 2, pos. 12, schakelaar „CH4“) de looprichting van
de richtingroerservo omschakelen.
c) Controleren van de roeruitlagen
Bij een correcte bouw en zenderinstelling moeten de roeren (gemeten aan de achterzijde) de volgende uitslagwaarden vertonen:
Rolroer
8 - 10 mm naar boven en onder
Hoogteroer
8 - 10 mm naar boven en onder
Richtingsroer
11 - 15 mm naar links en rechts
De roeruitslagen zijn standaard vanuit de fabriek ingesteld, volgen automatisch in overeenstemming met de opbouw van het model. Indien nodig kunnen de
roeruitslagen vergroten of verkleinen door aan de servohendel, resp. aan de roerhendel andere besturingspunten voor de stangen te selecteren.