22
LAADRAMPEN
Inleiding
Om optimaal gebruik te maken van
uw nieuwe laadrampen, moet u deze
gebruiksaanwijzing vóór gebruik doorlezen.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing ook voor
het geval u deze op een later moment wilt
raadplegen.
De laadrampen zijn bedoeld voor het in-
en uitladen van tweewielige voertuigen,
tuintractors en quads. Ze zijn NIET bedoeld
voor auto’s of andere voertuigen die
het maximale draagvermogen van de
laadrampen overschrijden.
Technische gegevens
Afmetingen zonder lip:
185 × 22,5 cm
Afmetingen met lip:
194 × 22,5 cm
Draagvermogen per ramp:
200 kg
Speciale veiligheidsaanwijzingen
Gebruik de laadrampen alleen zoals
beschreven in deze instructies.
Bij gebruik van de laadrampen moeten er te
allen tijde minstens twee personen aanwezig
zijn.
Houd kinderen en onbevoegde personen op
veilige afstand van de laadrampen als deze
worden gebruikt.
Gebruik de laadrampen alleen op een vlakke,
droge en stabiele ondergrond. Zorg ervoor
dat de laadrampen niet weg kunnen glijden
wanneer een voertuig erop geplaatst wordt.
Probeer geen voertuig op de laadrampen
te rijden. Het voertuig moet zijn afgekoeld
voordat u dit op de laadramp duwt,
zodat u zich niet kunt branden aan hete
motoronderdelen of het uitlaatsysteem.
Er mogen zich geen personen of dieren
onder de laadrampen bevinden. Er mag
geen voertuig geparkeerd staan op de
laadrampen.
Gebruik de laadrampen niet als brug.
Overschrijd het maximale laadvermogen van
de laadrampen niet - 200 kg. Laat geen zware
objecten op de laadrampen vallen; deze
kunnen daardoor beschadigd raken.
Controleer de laadrampen voorafgaand aan
elk gebruik. Als deze gebreken vertonen,
gebogen zijn of anderszins beschadigd zijn,
mogen ze niet worden gebruikt!
Gebruik alleen originele reserveonderdelen
om de laadrampen te repareren.
Maak de laadrampen regelmatig schoon.
Gebruik ze niet als er olie of vet op ligt.
Montage
Draai de laadramp (1) en lip (2) zoals
weergegeven zodat de onderdelen vlak
tegen de grond kunnen liggen.
Zorg ervoor dat de gaten uitgelijnd zijn en
steek vier bouten (3) in de gaten vanaf de
bovenkant van de laadramp en door de
gaten in de lip. Plaats een onderlegring (4) en
moer (5) aan de onderkant om de bout. Draai
alle bouten en moeren aan.
Doe dit voor beide laadrampen.
Gebruik
Plaats de laadrampen zodanig dat de
contactoppervlakken rusten tegen de
laadvloer van de trailer of truck.
Het voertuig moet in zijn vrij staan.