G
LET OP
• Wanneer de batterijen verwijderd zijn, wist de afstandsbediening alle programma’s. Na het
vervangen van de batterijen, moet de afstandsbediening opnieuw geprogrammeerd worden.
• Wanneer u batterijen vervangt dient u geen oude batterijen of batterijen van een ander type
te gebruiken. Hierdoor kan de afstandsbediening slecht gaan functioneren.
• Als u de afstandsbediening gedurende enkele weken niet gaat gebruiken kunt u beter
de batterijen verwijderen. Op deze manier voorkomt u dat lekkende batterijen de
afstandsbediening beschadigen.
• De gemiddelde levensduur van batterijen is bij normaal gebruik ongeveer een half jaar.
• Vervang de batterijen wanneer er geen antwoordtoon komt van de binnenunit of wanneer het
Transmissie indicatielampje niet oplicht.
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd. Gebruik nooit verschillende types (bijv.
alkaline en manganese dioxide) tegelijkertijd.
AUTOMATISCHE BEDIENING
Als de airconditioner gebruiksklaar is (controleer of het apparaat aan stroomnet aangesloten is en of er
stroom beschikbaar is), schakel de stroom dan in en het Bedrijfsmodus indicatielampje op het schermpje
van de binnenunit gaat knipperen.
1. Druk op de “MODE” selecteerknop om AUTO te selecteren.
2. Druk op de + of - knop om de gewenste kamertemperatuur in te stellen.
3. Druk op de “On/off” knop om de airconditioner te starten. Het Bedrijfsmodus indicatielampje op het
schermpje van de binnenunit gaat branden. De Ventilatorsnelheid wordt automatisch geregeld.
4. Druk weer op de “On/off” knop om de werking van de unit te stoppen.
G
LET OP
• In de AUTO modus zal de airconditioner automatisch de bedrijfsmodus Koelen, Ventileren
of Verwarmen selecteren aan de hand van het gemeten verschil tussen de werkelijke
omgevingstemperatuur in de ruimte en de ingestelde temperatuur op de afstandsbediening.
• Als de AUTO modus u niet bevalt kan de gewenste modus handmatig worden geselecteerd.
KOELEN, VERWARMEN en ALLEEN VENTILEREN regelen
1. Als de AUTO modus u niet bevalt kunt u handmatig de instellingen tijdelijk opheffen. U drukt hiervoor
knop
b
in om de Koelen, Drogen, Verwarmen of de Alleen Ventileren modus te gebruiken.
2. Druk de knop + of - in (
c
en
d
) om de gewenste kampertemperatuur in te stellen.
3. Druk op Ventileren “FAN” knop
e
om AUTO, HIGH, MED of LOW in de Ventileren modus te selecteren.
4. Druk op “ON/OFF” knop
a
. Het bedrijfsmodus indicatielampje brandt en de airconditioner begint te wer-
ken volgens uw instellingen. Druk nogmaals op “ON/OFF” knop
a
om deze functie van de unit te stoppen.
G
LET OP!
De modus Alleen Ventileren kan niet worden gebruikt om de temperatuur te regelen. In deze
modus zijn alleen stap 1, 3 en 4 mogelijk.
ONTVOCHTIGEN
1. Druk op Modus knop
b
om Drogen, “DRY” te selecteren.
2. Druk op knop + of - (
c
en
d
) om de gewenste temperatuur in te stellen.
3. Druk op “On/off” knop
a
. Het bedrijfsmodus indicatielampje brandt en de airconditioner begint te wer-
ken in de modus Drogen. Druk nogmaals op “On/off” knop
a
om deze functie van de unit te stoppen.
1
120