1
47
MEMORIZE
Het apparaat onthoudt eerdere instellingen als de stekker in de
netvoeding zit. (Kinderslot en Timer worden niet onthouden.) Het
apparaat werkt conform de fabrieksinstellingen als de stekker niet in
het stopcontact zit.
AUTOMATISCH
HERSTARTEN NA
STROOMUITVAL
Het apparaat slaat automatisch aan en werkt na herstel van de
stroomvoorziening conform de laatste instelling. (Timer-instelling
wordt niet onthouden).
INNER DRY
Door de knop Zuiveren 3 seconden ingedrukt te houden, wordt de
functie Drogen binnenkant in/uitgeschakeld. Gedurende de periode
dat het apparaat in de modus Drogen binnenkant staat, knippert het
symbool %.
HUMIDIFY LIGHT
INDICATOR
1. Als de luchtvochtigheid in de ruimte ≥ 80% is, licht dit lampje rood
op.
2. Als de luchtvochtigheid in de ruimte tussen 56% en 78% is, licht dit
lampje geel op.
3. Als de luchtvochtigheid in de ruimte ≤ 54% is, licht dit lampje blauw
op.
HIGH & LOW
Als de luchtvochtigheid in de ruimte > 90% is, geeft de display de
melding HI. Als de luchtvochtigheid in de ruimte minder dan 32% is,
geeft de display de melding LO.
STIL
Druk tegelijkertijd de knoppen Licht en Draaien in om de
geluidstoon aan/uit te zetten. Alleen de pieptoon gaat uit. Het
waarschuwingssignaal blijft hoorbaar als melding voor de gebruiker.
LEGEN WATERRESERVOIR
Er zijn twee manieren om het waterreservoir leeg te maken. De eerste manier is handmatig, de
tweede is met gebruik van een afvoerslang.
Verwijder het reservoir alleen als het apparaat niet is ingeschakeld en de stekker uit het
stopcontact is.
HANDMATIG LEGEN
1. Verwijder het reservoir, zie Afb. 1.5, uit het apparaat.
2. Pak het reservoir stevig vast en zorg dat er geen water uit het reservoir drupt.
3. Leeg het reservoir voorzichtig in de gootsteen of een andere voorziening voor waterafvoer.
4. Reinig het reservoir zo nodig met een droge doek.
5. Plaats het reservoir in het apparaat.
AFVOERSLANG
Zorg er altijd voor dat het reservoir leeg is als u de afvoerslang bevestigt.
1. Gebruik de bijgeleverde slang
2. Verwijder de afvoerdop.
3. Draai de afvoerslang op het mondstuk en controleer altijd of deze stevig vastzit.
4. Controleer of de slang door het afvoergat zit en naar beneden gericht is.
5. Verbind de slang met een afvoerpunt en zorg dat de slang geen knikken heeft of belemmerd
wordt.
Summary of Contents for D 820 A Smart
Page 3: ...3 2 10 cm 10 cm 10 cm 20 cm...
Page 11: ...2 11...
Page 19: ...5 19...
Page 27: ...3 27...
Page 35: ...4 35...
Page 43: ...43...
Page 51: ...1 51...
Page 59: ...9 59...
Page 67: ...y 67...