46
•
De booster stoppen:
Handeling op bedieningspaneel
Signaal
Eenmaal de 4 weergavepanelen opnieuw op de normale
lichtsterkte zijn ingesteld, druk op de selectietoets om de
kookzone die met [ A ] knippert te kiezen.
[ 7 ] knippert met [
A ]
Druk op [ - ] tot [ 0 ] wordt weergegeven om de booster te
stoppen
[ 0 ]
Het bedieningspaneel vergrendelen
Om het wijzigen van de instellingen op de kookplaat te vermijden, bijv. wanneer u de kookplaat
wilt reinigen, kunt u het bedieningspaneel vergrendelen (met uitzondering van de Aan/Uit-toets
[ ]).
•
Vergrendelen:
Handeling op bedieningspaneel
Signaal
Druk enkele seconden op de toets om de kookplaat in te
schakelen.
[ 0 ] of [ H ]
Binnen 5 seconden na het starten van de kookplaat, druk op [ -
], laat los en druk onmiddellijk op de selectietoets linksvoor.
Het bedieningspaneel is nu vergrendeld.
[ L ]
•
Ontgrendelen:
Handeling op bedieningspaneel
Signaal
Druk enkele seconden op de toets om de kookplaat in te
schakelen.
[ L ]
Binnen 5 seconden na het starten van de kookplaat, druk op [ -
], laat los en druk onmiddellijk op de selectietoets linksvoor.
Het bedieningspaneel is nu ontgrendeld.
[ 0 ] of [ H ]
KOOKTIPS
Voorbeelden van vermogeninstelling
1 tot 2
Smelten
Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Van tevoren bereide gerechten
2 tot 3
Sudderen
Ontdooien
Rijst, pudding, suikerstroop
Gedroogde groente, vis, bevroren
producten
3 tot 4
Stomen
Groente, vis, vlees
4 tot 5
Water
Gestoomde aardappelen, soep, paste,
verse groente
6 tot 7
Op middelmatig vuur koken
Sudderen
Vlees, lever, eieren, worst
Goulash, roulade, pens
7 tot 8
Koken
Aardappelen, beignets, wafels
9
Braden, roosteren, water
koken
Steak, omelet, gefrituurde gerechten, water