
9
6.3
Opstelling van de flenzen bij gebruik van slijp schijven en
doorslijpschijven (fig. 6-9)
Opstelling van de flens bij gebruik van een slijpschijf met aflopend
centrum of rechte slijpschijf (Fig. 7)
a) Opspanflens
b) Flensmoer
Opstelling van de flens bij gebruik van een slijpschijf met een laag
centrum (Fig. 8)
a) Spanflens
b) Flensmoer
Opstelling van de flens bij gebruik van een recht snijwieltje (Fig. 9)
a) Klemflens
b) Flensmoer
6.4
Motor
Het is van vitaal belang dat de motor tijdens het gebruik goed geventileerd
wordt. Zorg er daarom voor dat de ventilatiegaten te allen tijde schoon zijn
.
6.5
Slijpschijven
Gebruik nooit een slijp- of doorslijpschijf die groter is dan de
aangegeven diameter.
Controleer het nominale toerental van een slijp- of doorslijpschijf
alvorens deze te gebruiken.
Het maximale toerental van de gebruikte slijp- of doorslijpschijf moet
hoger zijn dan het stationaire toerental van de haakse slijpmachine.
Gebruik alleen slijp- en doorslijpschijven die zijn goedgekeurd voor een
minimum toerental van 12.000 omw/min en een omtreksnelheid van 80
m/sec.
Controleer de draairichting wanneer u diamantdoorslijpschijven
gebruikt. De richtingspijl op de diamantdoorslijpschijf moet wijzen in de
richting waarin het gereedschap roteert.
Let er vooral op dat de slijp-/schuurschijven op de juiste wijze worden
opgeslagen en vervoerd. Zorg ervoor dat de slijp/schuurschijven nooit worden
blootgesteld aan schokken, stoten of scherpe randen (bijvoorbeeld tijdens
transport of opslag in een gereedschapskist). Dit kan schade (zoals scheuren)
aan de slijp-/schuurschijven en kan de gebruiker in ernstig gevaar brengen.
Summary of Contents for 77456
Page 2: ...2 Content Nederlands pagina 3 English page 12 Fran ais page 20 Deutsch Seite 29...
Page 38: ...38...
Page 39: ...39...