
8
6. Werking
6.1
Schakelaar (Fig. 4)
De haakse slijpmachine wordt geleverd met een veiligheidsschakelaar die
ongelukken moet voorkomen. Om in te schakelen, duwt u de schuifschakelaar
(a) naar rechts terwijl u tegelijkertijd de AAN/UIT schakelaar (2) naar voren
duwt en indrukt. Om de haakse slijpmachine uit te schakelen, drukt u de knop
(2) aan de achterkant in. De schakelaar (2) springt terug in de uitgangspositie.
Herstartbeveiliging
Indien de netvoeding onderbroken wordt terwijl de schakelaar in de Aan-stand
vergrendeld is, zal het elektrische gereedschap niet meer draaien nadat de
netvoeding hersteld is. Om het apparaat te laten werken, moet de schakelaar
worden uitgeschakeld en vervolgens weer ingeschakeld.
Wacht tot de machine zijn maximum toerental heeft bereikt. Vervolgens
kunt u de haakse slijper op het werkstuk plaatsen en het bewerken.
6.2
Verwisselen van de slijpstenen (Fig. 5)
Gebruik de bijgeleverde vlaksleutel (5) om de slijpschijven.
Waarschuwing!
Trek de stekker uit het stopcontact.
Eenvoudige wielwissel door spilvergrendeling:
Druk de spindelblokkering in en laat de slijpschijf vastklikken.
Open de flensmoer met de vlakke moersleutel.(Fig. 5)
Verwissel de slijp- of doorslijpschijf en draai de flensmoer vast met de
vlaksleutel vast.
Let op!
Druk de asblokkering alleen in als de motor en de slijpspil stilstaan!
Tijdens het verwisselen van het wiel moet de asblokkering ingedrukt
blijven!
Voor slijp- of doorslijpschijven tot ca. 3 mm dik, schroef de flensmoer met de
platte kant naar de slijp- of doorslijpschijf gericht.
Summary of Contents for 77456
Page 2: ...2 Content Nederlands pagina 3 English page 12 Fran ais page 20 Deutsch Seite 29...
Page 38: ...38...
Page 39: ...39...