21
NL/BE
waakt staan nadat u hem hebt geplaatst.
Zorg ervoor dat u niet moe wordt bij het werk
en las regelmatig pauzes in. Vermoeidheid
betekent een groter veiligheidsrisico en kan
leiden tot ongevallen.
Ladders / trappen zijn uitsluitend bedoeld voor
kortdurend, licht werk.
Gebruik voor onvermijdelijke werkzaamheden
aan onder stroom staande elementen alleen
trappen / ladders van niet-geleidend materiaal.
Gebruik de trap / ladder niet onder slechts
weersomstandigheden, bijv. harde wind.
Houd u bij het werken op een trap / ladder al-
tijd met een hand vast. Tref extra voorzorgs-
maatregelen als dit niet mogelijk is.
Vermijd werkzaamheden die bij een geplaatste
ladder een zijdelingse belasting veroorzaken,
bijv. zijwaarts boren door massief materiaal
(bijv. muurwerk of beton).
Gebruik de bovenste twee treden/sporten van
de ladder niet als standvlak, als u de ladder als
staande ladder gebruikt (zie afbeelding B).
Gebruik de bovenste drie treden/sporten van
de ladder niet als standvlak, als u de ladder als
aanleunladder gebruikt (zie afbeelding B).
Op het ladderframe zijn stickers met picto-
grammen aangebracht voor het veilige gebruik
van de ladder. Volg de aanwijzingen op de
pictogrammen op om ongevallen te voorkomen:
Lees de gebruiksaanwijzing.
De verlenging van de lasser moet
minstens 1 meter boven het hoogste
afstappunt uitsteken.
Maximale belasting.
Visuele controle van
de ladder vóór het gebruik.
Zorg vóór het gebruik dat de
staande ladder helemaal geopend is.
Controleer de ladderpoten
(kunststofvoeten).
Maximaal aantal
gebruikers op de ladder.
Waarborg dat de
spreidborgingsriemen gespannen zijn.
Zeker het onderste/bovenste uiteinde
van de ladder.
Plaats de ladder alleen op een
horizontale, droge en onbeweegbare
stevige ondergrond.
Zijdelings afstanden van de ladder is
niet toegestaan.
Gebruik de ladder nooit als brug.
Vermijd het, naar de zijkanten te
leunen.
Verwijder tevoren alle
verontreinigingen van de ondergrond.