9
Installeren
Opmerking:
• Voor u het apparaat definitief installeert, is het
raadzaam eerst alle aansluitingen tijdelijk te
maken om te controleren of alles naar behoren
functioneert, zodat u later niet voor verrassingen
komt te staan.
• Gebruik voor het installeren uitsluitend de bij het
apparaat geleverde onderdelen. Toepassing van
andere dan de goedgekeurde onderdelen kan
leiden tot storing in de werking van het apparaat.
• Raadpleeg uw dichtstbijzijnde dealer als het voor
het installeren van het apparaat nodig blijkt gaten
te boren, of andere wijzigingen aan te brengen aan
de auto.
• Installeer het apparaat op een plaats waar het de
bestuurder niet in de weg kan zitten en waar het
ook bij een noodstop e.d. geen gevaar voor de
inzittenden kan opleveren.
• De halfgeleider-laser in het apparaat is gevoelig
voor beschadiging door oververhitting, dus
installeer het apparaat niet te dicht in de buurt van
de autoverwarming of de warme luchtsroom
daarvan.
• Als u het apparaat onder een al te steile hoek
installeert, d.w.z. meer dan 30° uit het horizontale
vlak, zal het niet naar behoren kunnen werken.
(Afb. 7)
Afb. 7
• Bij het bevestigen van dit toestel moet u er goed
op letten dat er geen draden of kabels tussen dit
toestel en andere metalen onderdelen of
voorwerpen in de buurt vastgekneld worden.
• Bevestig het toestel niet in de buurt van een
verwarmingsrooster waar het aan hitte onderhevig
is of bij de portieren waar het toestel nat zou
kunnen worden.
• Alvorens gaten te boren moet u altijd de plek
achter het te boren gat controleren. Boor niet in
gasleidingen, remleidingen, elektrische
onderdelen en andere belangrijke onderdelen van
de auto.
• Wanneer u het toestel in de cabine plaatst, moet u
het goed vastzetten zodat het tijdens het
rijden niet los kan schieten en mogelijk
ongelukken of letsel zou kunnen veroorzaken.
• Bij het plaatsen van het toestel onder de voorstoel
moet u controleren dat het het mechanisme voor
het verschuiven van de stoel niet hindert. Leid alle
draden en kabels zorgvuldig langs het
mechanisme voor het verschuiven zodat ze niet
worden vastgekneld en mogelijk kortsluiting
veroorzaken indien de stoel wordt verschoven.
• Monteer dit toestel niet op de plank voor het
reservewiel of op een andere plek die niet
stevig genoeg is.
• Monteer dit toestel niet op een plek in de zon
waar het heet kan worden, zoals op het dashboard
of de hoedenplank.
• Monteer dit toestel op een vlakke plek.
Instelling van de MODE functieschakelaar
Gebruik voor de installatie de punt van een
pen of een ander dun, gepunt voorwerp om de
MODE functieschakelaar in de juiste stand te
zetten voor de component waar u het toestel
mee gebruikt.
STAND ALONE
IP-BUS