Nl
10
Aanvullende informatie
Problemen oplossen
!
Als u denkt dat het apparaat niet juist functioneert, kunt u de volgende punten controleren. Controleer ook de apparatuur waarop dit
apparaat is aangesloten. Neem contact op met uw dealer voor reparatie als het probleem blijft bestaan.
!
Soms is het mogelijk dat het apparaat niet juist functioneert als gevolg van statische elektriciteit of andere externe invloeden. In dat
geval haalt u de stekker uit het stopcontact, wacht dan vijf minuten of langer, steekt daarna weer de stekker in het stopcontact en
controleert vervolgens of het apparaat juist werkt.
Symptoom
Controlepunten
Maatregel
Geen stroom
Is het netsnoer juist aangesloten?
Sluit het netsnoer op een stopcontact aan (blz. 6).
Het geluid van de aangesloten
geluidsapparaten wordt niet
weergegeven of het geluid is erg zacht.
Zijn de juiste instellingen gemaakt op het
aangesloten apparaat?
Stel de uitgangskeuzeschakelaar van het betreffende
apparaat en het geluidsvolume juist in.
Is de verbindingskabel juist aangesloten?
Sluit de kabels correct aan (blz. 8).
Zijn de aansluitingen of de stekkers vuil?
Maak de aansluitingen en de stekkers schoon voordat u
begint met aansluiten.
Is het geluidsniveau juist ingesteld?
Draai de LEVEL knop (op de bedieningseenheid, indien
aangesloten, anders op het achterpaneel van de
luidspreker) langzaam rechtsom.
Komt de gekozen ingang overeen met het type
ingangsaansluiting voor het aangesloten apparaat?
Kies de ingangsaansluiting die overeenkomt met het
type ingang van het gewenste apparaat.
Is de MUTE geluiddempingsfunctie ingeschakeld?
Druk op de MUTE/EQ toets van de bedieningseenheid.
Is de stroom ingeschakeld?
Druk op de POWER hoofdstroomtoets en op de aan/
ruststand-toets.
Geluid is vervormd.
Is het geluidsvolume juist ingesteld?
Draai de LEVEL knop (op de bedieningseenheid, indien
aangesloten, anders op het achterpaneel van de
luidspreker) langzaam linksom om het geluidsvolume
te verlagen.
Is het uitgangsniveau van het aangesloten
geluidsapparaat juist ingesteld?
Stel het uitgangsniveau van het aangesloten
geluidsapparaat correct in.
Akoestische terugkoppeling
(rondzingende toon)
Is het geluidsniveau juist ingesteld?
Draai de LEVEL knop (op de bedieningseenheid, indien
aangesloten, anders op het achterpaneel van de
luidspreker) langzaam linksom om het geluidsvolume
te verlagen.
De bedieningseenheid reageert niet.
Is de kabel van de bedieningseenheid juist
aangesloten?
Sluit de kabel van de bedieningseenheid correct aan.
De rechter/linker luidspreker geven
niet hetzelfde geluid weer wanneer de
bedieningseenheid wordt gebruikt.
Is de kabel van de bedieningseenheid juist
aangesloten?
Sluit de kabel van de bedieningseenheid correct aan.
Is de linkkabel juist aangesloten?
Sluit de linkkabel correct aan.
De INPUT SELECTOR
(ingangskeuzeschakelaar) werkt niet.
Is de kabel van de bedieningseenheid juist
aangesloten?
Sluit de kabel van de bedieningseenheid correct aan.
Is de linkkabel juist aangesloten?
Sluit de linkkabel correct aan.
De MUTE geluiddempingsfunctie werkt
niet.
Is de kabel van de bedieningseenheid juist
aangesloten?
Sluit de kabel van de bedieningseenheid correct aan.
Is de linkkabel juist aangesloten?
Sluit de linkkabel correct aan.
Kan de EQ niet in/uitschakelen.
Is de kabel van de bedieningseenheid juist
aangesloten?
Sluit de kabel van de bedieningseenheid correct aan.
Is de linkkabel juist aangesloten?
Sluit de linkkabel correct aan.
De EQ equalizerfunctie werkt niet.
Staat EQ op ON?
Druk op de EQ ON/OFF toets op het achterpaneel van
de luidspreker. U kunt ook de MUTE/EQ toets op het
bedieningseenheid langer dan één seconde ingedrukt
houden.