5
Nl
Ned
er
lan
d
s
Om DAB-signalen te ontvangen, sluit u een DAB-antenne (AN-DAB1) (afzonderlijk
verkocht) aan op het toestel.
1
Druk op
SRC
/
OFF
om [DIGITAL RADIO] te selecteren.
2
Druk op
BAND
/
om de band te selecteren uit [D1], [D2] of [D3].
3
Druk op
/
om een servicecomponent/station te selecteren.
OPMERKING
Hou
/
ingedrukt en laat dan los om een beschikbare service te zoeken. Het scannen stopt
wanneer het toestel een service ontvangt.
Een servicecomponent/station uit servicelijsten selecteren
1
Druk tijdens DAB-ontvangst op
.
Toont de lijst met alle servicecomponenten/stations. Druk nogmaals op
om
alfabetisch een servicecomponent/station te zoeken.
S/W UPDATE
Selecteer dit om de recentste systeeminformatie op het toestel
te bevestigen.
[SYSTEM INFO]
[SYSTEM UPDATE]
Selecteer dit om het toestel bij te werken naar de recentste
software en de instellingen van het toestel te initialiseren. Voor
meer informatie over de recentste software en het updaten van
deze software kunt u terecht op onze website.
DAB ANT PW
Voorzie een DAB-antenne van stroom. Selecteer deze optie
wanneer u de optionele DAB-antenne (AN-DAB1, afzonderlijk
verkocht) met dit toestel gebruikt.
[ON]
[OFF]
Er wordt geen stroom naar een DAB-antenne gevoerd. Selecteer
deze instelling wanneer u een passieve antenne zonder booster
gebruikt.
SYSTEM RESET
Selecteer [YES] om de instellingen van het toestel te initialiseren.
Het toestel wordt automatisch opnieuw gestart.
(Sommige instellingen blijven behouden zelfs nadat een reset
van het toestel werd uitgevoerd.)
[YES], [NO]
Digital Audio Broadcasting (DAB)
Een servicecomponent/station zoeken
Menu-item
Beschrijving
2
Selecteer een servicecomponent/station in de geselecteerde lijst en druk
vervolgens op de
M.C.
-knop om te bevestigen.
OPMERKING
U kunt de servicelijst bijwerken door
ingedrukt te houden. Om het bijwerken te annuleren, houdt u
ingedrukt.
Servicecomponenten/stations opslaan
1
Terwijl u de servicecomponent/het station ontvangt die/dat u wilt opslaan, houdt
u een van de cijfertoetsen (
1
/
tot
6
/
) ingedrukt tot deze niet meer knippert.
Opgeslagen servicecomponenten/stations ophalen
1
Selecteer de band, druk vervolgens op een cijfertoets (
1
/
tot
6
/
).
De tunerfrequenties van dit toestel zijn bedoeld voor gebruik in West-Europa, Azië, het
Midden-Oosten, Afrika en Oceanië. Bij gebruik in andere regio's kan de ontvangst zwak
zijn. De functie RDS (Radio Data System) werkt alleen in regio's die RDS-signalen voor
FM-zenders uitzenden.
1
Druk op
SRC
/
OFF
om [RADIO] te selecteren.
2
Druk op
BAND
/
om de band te selecteren uit [FM1], [FM2], [FM3], [MW] of
[LW].
3
Druk op een cijfertoets (
1
/
tot
6
/
).
TIP
De
/
-knoppen kunnen ook worden gebruikt om een voorkeuzezender te selecteren
wanneer [SEEK] is ingesteld op [PCH] in de FUNCTION-instellingen (pagina 11).
De zes sterkste zenders worden opgeslagen onder de cijfertoetsen (
1
/
tot
6
/
).
Servicecomponenten/stations vooraf instellen
Radio
Voorkeuzezenders ontvangen
Best stations memory (BSM)