7
A Title (English)
DIN voor-/achterbevestiging
Dit apparaat kan op de juiste manier worden bevestigd aan de “voorkant” (conventionele
DIN voorbevestiging) of aan de “achterkant” (DIN achterbevestiging, via de drie schroef-
gaten in de zijkant van het chassis van het apparaat). Voor details dient u de afbeeldingen
bij de bevestigingsmethoden te raadplegen.
Installeren
Opmerking:
•
Voor u het apparaat definitief installeert, dient u
eerst alle aansluitingen provisorisch te maken om
te controleren of alle aansluitingen correct zijn en
of het systeem naar behoren functioneert.
•
Gebruik voor het installeren uitsluitend de bij het
apparaat geleverde onderdelen. Toepassing van
andere dan de goedgekeurde onderdelen kan
leiden tot storing in de werking van het apparaat.
•
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde dealer als het voor
het installeren van het apparaat nodig blijkt gaten
te boren, of andere wijzigingen aan te brengen
aan de auto.
•
Installeer het apparaat op een plaats waar het de
bestuurder niet in de weg kan zitten en waar het
ook bij een noodstop e.d. geen gevaar voor de
inzittenden kan opleveren.
•
De halfgeleider-laser in het apparaat is gevoelig
voor beschadiging door oververhitting, dus
installeer het apparaat niet te dicht in de buurt van
de autoverwarming of de warme luchtsroom
daarvan.
•
Als u het apparaat onder een al te steile hoek
installeert, d.w.z. meer dan 60° uit het horizontale
vlak, zal het niet naar behoren kunnen werken.
(Afb. 4)
Afb. 4
•
Om verzekerd te kunnen zijn van voldoende
ventilatie bij gebruik van dit toestel, dient u er
bij de installatie voor te zorgen dat u achter
het achterpaneel en rondom het toestel vol-
doende ruimte vrij laat, en dient u eventuele
losse bedrading samen te bundelen zodat deze
de ventilatie-openingen niet kan blokkeren.
Afb. 5
10 cm
10 cm
60
°
Laat voldoende ruimte vrij
Dashboard