Loudness-functie aanpassen
De loudness-functie compenseert tekortko-
mingen in de weergave van de hoge en lage
tonen bij lage volume-instellingen.
1 Druk op AUDIO en selecteer LOUD.
2 Druk op
a
om de loudness-functie in te
schakelen.
De
LOUD
-indicator wordt weergegeven.
#
Als u de loudness functie uit wilt zetten, drukt
u op
b
.
#
U kunt de loudness-functie ook aan of uit zet-
ten door op
LOUDNESS
te drukken.
3Druk op
c
of
d
en selecteer het gewen-
ste niveau.
LOW
(laag)
MID
(midden)
HI
(hoog)
Front image enhancer (F.I.E.)
De functie F.I.E. (Front Image Enhancer) is een
eenvoudige methode waarmee
front imaging
kan worden verbeterd door de midden- en
hoge bereiken van de frequentie-uitvoer uit de
achterste luidsprekers uit te schakelen, waar-
door de output alleen bij lage frequenties hoor-
baar is. U kunt de frequentie die u wilt
uitschakelen selecteren.
Voorzorgsmaatregelen
Als de functie F.I.E. is gedeactiveerd, geeft de ach-
terluidspreker het geluid op alle frequenties, niet
alleen de lage tonen. Verlaag het volume voordat
u F.I.E. uitschakelt om te voorkomen dat het vol-
ume ineens sterk toeneemt.
1 Druk op AUDIO en selecteer FIE.
2 Druk op
a
om F.I.E. aan te zetten.
#
Om de F.I.E. uit te zetten drukt u op
b
.
3Druk op
c
of
d
om de gewenste fre-
quentie te selecteren.
100
160
250
(Hz)
Opmerkingen
!
Als u de F.I.E.-functie aan heeft gezet, kunt u
de balansinstelling (raadpleeg bladzijde 108)
gebruiken om het geluidsniveau van de voor-
ste en achterste luidsprekers af te stellen tot-
dat het geluid goed verdeeld is.
!
Zet de F.I.E.-functie uit als u een systeem met
twee luidsprekers gebruikt.
Niveau van de signaalbron
aanpassen
Met SLA (Source Level Adjustment) kunt u het
volumeniveau van de diverse signaalbronnen
apart instellen om te voorkomen dat het vol-
ume plotseling verandert wanneer u naar een
andere signaalbron overschakelt.
!
De instellingen zijn gebaseerd op het vol-
umeniveau van de FM-tuner, dat dus onver-
anderd zal blijven.
!
Het volumeniveau van de MW/LW-tuner
kan wel met SLA worden aangepast.
1 Vergelijk het volumeniveau van de FM-
tuner met dat van de signaalbron die u
wilt aanpassen.
2 Druk op AUDIO en selecteer SLA.
3Druk op
a
of
b
om het bronvolume
aan te passen.
SLA +4
SLA
4
verschijnt in het display ter-
wijl het volume van de signaalbron wordt ver-
hoogd of verlaagd.
Audio-instellingen
Nl
110
Hoofdstuk
07