62
Bediening
Bediening
4
Uw netwerkgebruikersnaam en
wachtwoord invoeren
Afhankelijk van uw pc-omgeving kan het nodig
zijn dat u de naam van de netwerkgebruiker
en een wachtwoord moet invoeren om een
gedeelde map te openen.
1.
Het toetsenbordmenu
verschijnt automatisch als een
netwerkgebruikersnaam en een
wachtwoord vereist zijn.
2.
Gebruik
U
/
u
/
I
/
i
om een teken te
selecteren en druk vervolgens op ENTER
( ) om uw keuze in het toetsenbordmenu
te bevestigen.
Letters met een accentteken (á, à, é, è, â,
ê, ã enzovoort) kunt u in de uitgebreide
tekenset (extended character set) vinden en
van daaruit invoeren.
Voorbeeld: Selecteer “D” en druk op DISPLAY
( ) om de uitgebreide tekenset te tonen.
Selecteer “D” or “Ď” met behulp van
I
/
i
en
druk op ENTER( ).
[Wis] –
Alle ingevoerde tekens wissen.
[Spatie] –
Voert een spatie op de cursorpositie
in.
[<–] –
Verwijder het vorige teken bij de
cursorpositie.
[ABC / abc / #+-=&] –
Verandert de instelling
van het toetsenbordmenu in hoofdletter,
kleine letter of symbolen.
3.
Wanneer u klaar bent met het invoeren
van uw netwerkgebruikersnaam en
wachtwoord selecteert u met
U
/
u
/
I
/
i
de
optie [OK] en drukt u op ENTER ( ) om de
map te openen.
Om het u gemakkelijk te maken,
worden uw netwerkgebruikersnaam en
wachtwoord in een geheugen opgeslagen
nadat u de map hebt geopend. Als u niet
wilt dat de netwerkgebruikersnaam en het
wachtwoord worden opgeslagen, drukt
u voordat u de map opent op de rode (A)
knop om het kruisje uit het selectievakje
[Onthoud] te verwijderen.