5
Informatie over het voorbeeld:
Vijf jaar na de Tweede Wereldoorlog begon de jonge
DB met de ontwikkeling van nieuwe elektrische lo-
comotieven. Na het verlaten van de oorspronkelijke
plannen, om verder te gaan met het bouwen van de
BR E44 in een aangepast ontwerp, begon de bouw
van een multifunctionele locomotief.
Vanwege de geplande maximale snelheid van 130
km / u, kregen de geprojecteerde machines de
typeaanduiding E10. Uiteindelijk was de BR E10.1 het
resultaat van de vier experimentele locomotieven die
hieruit zijn ontwikkeld. De BR E10.1 is geproduceerd
in serie door de fabrikanten Krauss-Maffei, Krupp,
Henschel (mechanisch onderdeel) en SSW, AEG en
BBC (elektrisch gedeelte) vanaf 1956.
De serie E10 was jarenlang de ruggengraat van de
West-Duitse snelle treinverbinding. Na de spoor-
weghervorming werden de locomotieven toegewe-
zen aan het lokale transport en dus aan DB Regio.
Informations concernant le modèle réel:
Cinq ans après le War Mondial de Seconde, le DB
jeune immobile a commencé avec le développement
des nouvelles locomotives électriques. En ayant aban-
donné les plans originaux, pour continuer à encastrer
le BR E44 dans une conception modifiée la constructi-
on d‘une locomotive à usages multiples a commencé.
Suite à la vitesse maximale planifiée de 130 km/ h,
les machines projetées ont obtenu la désignation
de la série du type E10. A la fin, le BR E10.1 a résulté
des quatre locomotives expérimentales développées
de ceci. Le BR E10.1 a été produit dans la série par
les fabricants Maffei de Krauss, Krupp, Henschel
(la partie mécanique) et SSW, AEG et BBC (la partie
électrique) à partir de 1956.
La série d‘E10 était le réseau fédérateur du service
rapide allemand du train D‘ouest pendant beaucoup
d‘années. Après la réforme du rail, on a au transport
local et ainsi assigné DB Regio aux locomotives.
Summary of Contents for 51731
Page 2: ...2...
