150
NL
2
Trek aan het bovenste deel van het
zijpaneel om dit los te maken van
de luchtzuiveraar (afb.
c
).
3
Druk de twee uitsteeksels omlaag
(1) en trek het voorfilter naar u toe
(2) (afb.
d
).
4
Als het voorfilter heel vuil is, kunt u
een zachte borstel gebruiken om
het stof weg te borstelen. Spoel het
voorfilter af onder de kraan (afb.
~
).
5
Laat het voorfilter goed drogen
voordat u het weer in de
luchtzuiveraar plaatst.
6
Plaats het voorfilter terug in de
luchtzuiveraar (afb.
h
).
Opmerking
•
Zorg ervoor dat het voorfilter volledig
opdroogt na het schoonmaken om
te zorgen dat het zo lang mogelijk
meegaat.
•
Was uw handen na het aanraken van
het filter.
•
Zorg dat de kant met de twee
uitsteeksels in uw richting wijst, en dat
alle haakjes van het voorfilter op de
juiste manier op de luchtzuiveraar zijn
bevestigd.
7
Druk de bovenkant van het
paneel op de bovenkant van de
luchtzuiveraar (1) om het voorpaneel
terug te plaatsen. Druk vervolgens
zachtjes het paneel tegen de
luchtzuiveraar (2) aan (afb.
i
).
8
Steek de stekker van de
luchtzuiveraar in het stopcontact.
9
Raak de knop aan om het
apparaat in te schakelen.
10
Houd de resetknop
3 seconden
ingedrukt om de schoonmaaktijd
van het voorfilter te resetten.
11
Was uw handen grondig nadat u de
filters hebt geplaatst.
Opmerking
•
Als de luchtzuiveraar in een stoffige
omgeving wordt gebruikt, moet het
apparaat mogelijk vaker worden
gereinigd.
•
Als de luchtvochtigheid in de kamer
erg hoog is, kan condensatie ontstaan
op de luchtkwaliteitsensor, waardoor
het lampje kan duiden op een slechte
luchtkwaliteit, terwijl de luchtkwaliteit
in feite goed is. Als dit het geval is,
maakt u de luchtkwaliteitsensor
schoon of gebruikt u de luchtzuiveraar
met een handmatig ingestelde
snelheidsstand.
1
Schakel de luchtzuiveraar uit en
haal de stekker uit het stopcontact.
2
Maak de inlaat en de uitlaat van de
luchtkwaliteitssensor schoon met
een zachte borstel (afb.
y
).
3
Open het klepje van de
luchtkwaliteitssensor (afb.
z
).
4
Maak de luchtkwaliteitssensor, de
stofinlaat en de stofuitlaat schoon
met een vochtig wattenstaafje
(afb.
{
).
5
Droog alle onderdelen grondig met
een droog wattenstaafje.
6
Plaats het klepje van de
luchtkwaliteitssensor terug (afb.
|
).
Het voorfilter
schoonmaken
Maak het voorfilter schoon als F0 wordt
weergegeven op het scherm en de
reinigingsindicator van het voorfilter
aan is (afb.
}
).
1
Schakel de luchtzuiveraar uit en
haal de stekker uit het stopcontact.