Probleem
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het 'klaar om te flitsen'-
lampje knippert oranje en
alle 5 intensiteitslampjes
knipperen ook.
Het apparaat moet worden
gereset.
Als u het apparaat wilt resetten, haalt u
de stekker uit het stopcontact en laat u
het apparaat ongeveer 30 minuten
afkoelen. Het apparaat moet nu weer
normaal werken. Als het apparaat niet
meer werkt, neemt u contact op met het
Philips Consumer Care Centre in uw land.
Het 'klaar om te flitsen'-
lampje gaat niet wit
branden.
Het apparaat maakt niet
volledig contact met uw huid.
Plaats het apparaat loodrecht op de
huid, zodat het geïntegreerde
veiligheidssysteem contact maakt met
uw huid.
Het apparaat geeft een
vreemde geur af.
Het lichtvenster of de
huidtintsensor is vuil.
Reinig het
lichtvenster en de
huidtintsensor
zorgvuldig.
U hebt de haren op het te
behandelen gebied niet goed
verwijderd. Deze haren
kunnen verbranden en de
vreemde geur veroorzaken.
Verwijder het haar op uw huid voordat u
Lumea gebruikt.
Het apparaat flitst niet, de
ventilator werkt niet en de
lampjes van alle vijf de
intensiteitsstanden
knipperen.
Het opzetstuk is niet goed
bevestigd.
Zorg dat u het opzetstuk volledig
bevestigd. Reinig indien nodig de
elektrische contactpunten van het
opzetstuk.
De huid voelt gevoeliger
aan dan normaal tijdens de
behandeling. Gebruik van
het apparaat voelt
onbehaaglijk.
De lichtintensiteit die u
gebruikt is te hoog.
Controleer of u de juiste stand voor
lichtintensiteit hebt geselecteerd.
Selecteer zo nodig een lagere stand.
U hebt de haren op de te
behandelen gebieden niet
verwijderd.
Verwijder het haar op uw huid voordat u
Lumea gebruikt.
Het UV-filter in het
lichtvenster is beschadigd.
Gebruik het apparaat niet als het UV-
filter is beschadigd. Neem contact op
met het Consumer Care Center in uw
land, uw Philips-dealer of een Philips-
servicecentrum.
U hebt een gebied behandeld
waarvoor het apparaat niet is
bedoeld.
Gebruik het apparaat nooit op de
volgende gebieden: binnenste
schaamlippen, anus, tepels, tepelhoven,
lippen, moedervlekken, sproeten,
tatoeages, piercings,
binnenkant van de
neusgaten en oren en rond de ogen en
wenkbrauwen. Mannen mogen het
apparaat niet gebruiken op het gezicht
en de hals, waaronder alle gebieden met
baardgroei, en de geslachtsdelen.
136
Nederlands