De Philips Lumea gebruikt automatisch de hoogste voorgestelde
intensiteit, die wordt aangegeven door een continu brandend LED-
lampje.
Met de Lumea kunt u de stand voor de lichtintensiteit te selecteren die u
zelf het prettigst vindt. Als u de stand voor de lichtintensiteit handmatig
wilt instellen, raadpleegt u de onderstaande tabel. Deze tabel laat zien
welke standen voor de meeste gebruikers prettig en effectief zijn.
5
Lumea mag nooit pijnlijk zijn. Als u ongemak ervaart, verlaagt u de
lichtintensiteit. gebruiken U kunt dit doen met behulp van de
schakelknoppen.
Opmerking: Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als uw
huidtint te donker (huidtype VI) is, om te voorkomen dat uw huid
geïrriteerd raakt. Het ‘klaar om te flitsen‘-lampje gaat oranje knipperen
om aan te geven dat de huidtint te donker is.
6
Voer een huidtest uit nadat u naar een ander lichaamsdeel bent gegaan
of na recent bruinen om de juiste stand voor de lichtintensiteit te
bepalen. Druk op het vergrootglassymbool als u de functie voor
insteladvies weer wilt inschakelen.
Opmerking: Omdat de huidskleur per lichaamsdeel kan verschillen, moet
u voor elk lichaamsdeel afzonderlijk de juiste stand selecteren.
Huidtype
Huidtint
Stand voor lichtintensiteit
I
Wit: u verbrandt altijd en wordt
nooit bruin.
4/5
II
Beige: u verbrandt snel en wordt
nauwelijks bruin.
4/5
III
Lichtbruin: u verbrandt snel en
wordt langzaam
lichtbruin.
4/5
IV
Middenbruin: u verbrandt zelden
en wordt snel bruin.
3/4
V
Donkerbruin: u verbrandt zelden
en wordt zeer snel bruin.
1/2/3
VI
Zeer donkerbruin en donkerder:
u verbrandt
zelden
tot nooit,
zeer donkere bruining.
U kunt het apparaat niet
gebruiken
Opmerking: Raadpleeg de huidtinttabel met nummer 2 op de uitvouwpagina
om te controleren of u het apparaat kunt gebruiken voor uw huidtype.
Opmerking:
uw huid kan om uiteenlopende redenen op verschillende
dagen/momenten verschillend reageren.
Het apparaat gebruiken
1
Maak het opzetstuk en het lichtvenster voor gebruik schoon.
128
Nederlands