22
23
Functie
Let op!
Werking
Dit product is voorzien van
een ingebouwde lichtge-
voeiligheidssensor.
Belangrijk:
Verwisseling van
de aansluitingen leidt in het
apparaat of in uw meterkast
later tot kortsluiting. In dit
geval moeten nogmaals de
kabels geïdentificeerd en op-
nieuw aangesloten worden.
In de netspanningskabel kan
natuurlijk een schakelaar voor
het IN- en UIT-schakelen ge-
monteerd worden. De klem-
schroef in de kabelinvoerope-
ning en de schroeven van de
deksel van de aansluitkast
goed aandraaien. De schroe-
ven aan de lampkorf en de
bevestigingsbeugel moeten
met een draai moment van
minstens 8 Nm worden aan-
gedraaid (handvast met een
schroevendraaier).
Alleen bij vakbekwame mon-
tage is spatwaterdichtheid
gegarandeerd. Elke gebro-
ken isolatiering moet onmid-
dellijk vervangen worden.
Nadat de sensor-lamp aan-
gesloten en met de wand-
houder bevestigd is, kan de
installatie ingeschakeld wor-
den.
Twee instelmogelijkheden
staan nu aan de onderzijde
van het apparaat tot uw be-
schikking:
Uitschakelvertraging
(tijdsinstelling)
De gewenste inschakelduur
kan aan de onderzijde van
het apparaat traploos van ca.
8 sec. tot max. 35 min. inge-
steld worden.
Stelschroef naar de rechter-
aanslag betekent de kortste
tijd, ca. 8 sec.
Stelschroef naar de linker
aanslag betekent de langste
tijd, ca. 35 min (bij levering is
het apparaat bedrijfsklaar op
de kortste tijd ingesteld).
Bij instelling van het apparaat
op het registratiebereik en de
functietest adviseren wij u de
kortste tijd in te stellen.
Instelling van de schemer-
schakelaar (lichtgevoelig-
heid)
De gewenste lichtgevoelig-
heid van het apparaat kan
ook aan de onderzijde
traploos van ca. 2 Lux tot
2 000 Lux ingesteld worden.
Stelschroef naar de rechter
aanslag betekent daglicht-
stand ca. 2 000 Lux.
Stelschroef naar de linker
aanslag betekent schemer-
stand ca. 2 Lux (bij levering
is het apparaat bedrijfsklaar
op de daglichtstand inge-
steld).
Bij instelling van het apparaat
voor het registratiebereik en
de functietest bij daglicht
moet de stelschroef tegen de
rechter aanslag staan.
Moet de lamp onafhankelijk
van een warmtebron binnen
het registratiebereik inge-
schakeld worden, dan kan
de netschakelaar binnens-
huis eenmaal kort ingescha-
keld worden. Daardoor wordt
de lamp gedurende de inge-
stelde tijd actief.
Weersinvloeden kunnen de
werking van de sensor-lamp
beïnvloeden. Bij sterke wind,
sneeuw, regen, of hagel kan
een foutieve schakeling
plaatsvinden, omdat het plot-
selinge temperatuursverschil
niet van warmtebronnen on-
derscheiden kan worden.
De registratielens kan bij
vervuiling met een vochtige
doek (zonder reinigingsmid-
del) schoongemaakt worden.
Belangrijke aanwijzingen:
y
Niet op licht ontvlambare
plaatsen monteren, als de
minimumafstand zoals
aangegeven bij ’installatie’,
niet aangehouden wordt.
y
De halogeenlamp mag
niet op de muur gericht
worden.
y
Lamp moet loodrecht
(
±
15
h
) staan.
y
De lamp moet zich mini-
maal een meter van het
te verlichten oppervlak
bevinden.
y
Indien het glas kapot gaat,
moet dit eerst worden ver-
vangen voordat de lamp
weer mag worden ge-
bruikt. Er is 5 mm dik
getemperd speciaalglas
vereist.
y
Indien de lamp met 10%
overspanning belast wordt,
kan oog- of huidbeschadi-
ging optreden.
Wanneer de functiecontrole
bij daglicht is uitgevoerd,
kan de stelschroef voor de
schemerschakeling op
nachtstand worden gezet.
Tijdens de ingestelde
brandduur en 60 sec.
daarna, mag er geen bewe-
ging plaatsvinden in het
registratiebereik, omdat de
lamp anders blijft branden.
Bij omschakelen van nacht-
op dagstand hetzelfde te
werk gaan.
Afhankelijk van de wensen
kan het registratiebereik
optimaal ingesteld worden.
Met de meegeleverde afdek-
plaatjes kunt u het registra-
tiebereik van de sensor
nauwkeurig afstellen. lens-
segmenten kunnen afgedekt
worden, om zo foutieve
schakelingen door bijv.
auto’s, voorbijgangers uit
te sluiten.
Functie
BdalHS 5140_10spr_neu.qxd 26.04.2011 16:22 Uhr Seite 24