WC224
V. 02
–
04/06/2020
22
©Velleman nv
Maanfasen
Druk nogmaals op SET om het noordelijk of zuidelijk halfrond te selecteren.
6.3
Alarmmodus
Alarmwaarde
1.
Druk op ALARM om de max. alarmwaarde weer te geven.
2.
Druk nogmaals op ALARM om de min. alarmwaarde weer te geven.
Druk op RAIN om de waarde van het dagelijks neerslagalarm weer te geven.
Druk op WIND + om de alarmwaarde voor wind of windstoten weer te geven.
Druk op ALARM of LIGHT/SNOOZE om naar de normale modus terug te keren.
Alarmmodus instellen
1.
Houd ALARM ingedrukt om naar de alarminstelmodus te gaan.
2.
Druk op WIND + of PRESSURE
–
om de alarmen in/uit te schakelen en om de
alarmwaarden in te stellen.
3.
Druk op SET om te bevestigen en ga naar de volgende instelling.
4.
Druk op ALARM om het alarm in of uit te schakelen.
Wanneer het alarm afgaat, knippert het overeenkomstige kloksymbool, het
symbool voor de maximumwaarde en het symbool voor de maximumwaarde.
5.
Druk op ALARM of LIGHT/SNOOZE om naar de normale modus terug te keren.
Instelvolgorde
alarmtijd
→
max. binnentemperatuur
→
min. binnentemperatuur
→
max. luchtvochtigheid binnen
→
min. luchtvochtigheid binnen
→
max. buitentemperatuur
→
min. binnentemperatuur
→
max. luchtvochtigheid buiten
→
min. luchtvochtigheid buiten
→
max. windsnelheid
→
max. neerslagintensiteit
→
max. dagelijkse neerslag