FT120C/FT130C
V. 01 – 12/05/2017
11
©Velleman nv
7.
Gebruik
7.1
Starten
Vul het reservoir met de geschikte brandstof. De brandstofmeter (bovenkant) geeft het niveau van de brandstof weer.
Steek de stekker in het stopcontact.
De voedingsled licht op en de omgevingstemperatuur verschijnt op de display.
Zet de voedingsschakelaar op ON. Het toestel start wanneer de ingestelde temperatuur hoger is dan de
omgevingstemperatuur. Het toestel stopt wanneer de omgevingstemperatuur is bereikt.
7.2
Koud starten
Bij zeer lage temperaturen, houd een vinger op de ventilatieopening tijdens het starten. Bij storingen (geen vlam,
beperkte luchttoevoer, slechte verbranding), stopt het toestel en begint de led te knipperen ('lockout'-modus).
7.3
Handmatig resetten/herstarten
Als het toestel in 'lockout'-modus is, zoek naar de oorzaak van de blokkering alvorens het toestel opnieuw op te
starten. Om te resetten, zet de voedingsschakelaar op OFF en daarna opnieuw op ON.
Bij herhaaldelijke storingen, contacteer uw verdeler.
7.4
Uitschakelen
WAARSCHUWING
Ontkoppel het toestel nooit van het lichtnet wanneer het in gebruik is. Laat
het toestel volledig afkoelen om te voorkomen dat restwaarde de interne
componenten beschadigt.
Bedek het toestel niet. Blokkeer nooit de luchtinlaat en -uitlaat.
De luchtuitlaat is zeer warm tijdens en na het gebruik. Niet aanraken!
Houd kinderen goed in de gaten om te voorkomen dat ze niet met het toestel
gaan spelen.
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het toestel verplaatst. Trek
nooit aan de kabel om het toestel te ontkoppelen of te verplaatsen.
Laat het toestel niet onbeheerd achter wanneer het in gebruik is.
Gebruik het toestel nooit met natte handen of als het toestel of de kabel nat
is.
Zet de voedingsschakelaar op OFF en trek de stekker uit het stopcontact.
8.
Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING
Voor elk onderhoud, schakel het toestel uit, trek de stekker uit het
stopcontact en laat het toestel minstens 15 minuten afkoelen.
Voer elektrische reparaties nooit zelf uit. Contacteer een vakman als er
onderhoud of reparaties aan het toestel nodig zijn.
Gebruik nooit een slecht functionerend toestel.
Let er tijdens het reinigen op dat er geen water in het toestel terecht komt.
Open de behuizing niet om interne delen te reinigen. Spuit nooit water in het
toestel.
Gebruik nooit oplosmiddelen, benzine, tolueen of vergelijkbare agressieve
chemische middelen om het toestel te reinigen.
Reinig het toestel regelmatig met een zachte spons of doek. Gebruik bij zeer vuile delen een natte spons met
lauw water en een zacht reinigingsmiddel en droog hem vervolgens af met een propere doek.
Houd de luchtinlaat en de ventilator vrij van stof en vuil. Blaas voorzichtig perslucht door de luchtinlaat en -
uitlaat om de interne onderdelen te reinigen.
Controleer regelmatig de voedingskabel. Laat deze ingeval van slijtage, breuken of beschadiging vervangen
door een vakman.
Controleer of het toestel volledig afgekoeld en droog is voordat u het opbergt. Bedek het toestel met een plastic
zak. Bewaar op een droge, goed geventileerde plaats.
Voor elk seizoensgebruik moet een vakman het volgende controleren:
