7
2 Veiligheid
6
2 Veiligheid
Waar u op moet letten
Open nooit de behuizing van het toestel.
•
Als er water op de sierdeksel ligt, maak de deksel dan eerst droog, voordat u hem
•
opent. Als u dit niet doet bestaat de kans dat er vocht het toestel binnendringt.
Gebruik de sierdeksel niet als kookvlak.
•
Gebruik de kookplaat alleen voor het bereiden van gerechten. Het toestel is niet
•
geschikt om ruimtes te verwarmen.
Het apparaat is gefabriceerd volgens de meest recente veiligheidsstandaarden.
•
Desondanks adviseren wij personen met psychische of motorische stoornissen,
mentale achterstand of zwakbegaafdheid het apparaat niet te gebruiken zonder
toezicht van een bekwaam persoon. Hetzelfde geldt voor kinderen.
Het toestel is niet bedoeld voor gebruik door hulpbehoevenden, kleine kinderen en/
•
of personen met gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zij goede begeleiding krijgen
of geïnstrueerd zijn in het veilig gebruiken van het toestel door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Laat kinderen nooit met het toestel spelen. Zorg dat kinderen zich niet zonder
•
toezicht in de buurt van het toestel bevinden.
Gebruik altijd geschikt kookgerei. Schade, ontstaan door het gebruik van
•
ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
Vet en olie zijn bij oververhitting ontvlambaar. Blijf in de buurt tijdens het bereiden
•
van gerechten.
Voorkom dat snoeren van elektrische apparaten, zoals van een mixer bijvoorbeeld,
•
terechtkomen op de hete delen van de kookplaat.
Bij koken of braden wordt de kookplaat heet, kinderen moeten dus altijd uit de buurt
•
worden gehouden.
Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de hoge vlammen kan brand ontstaan,
•
ook bij een uitgeschakelde ventilator.
Het reinigen van de kookplaat met apparaten op hete stoom of met hogedruk-
•
reinigers kan kortsluiting veroorzaken. Gebruik daarom dergelijke apparaten niet
voor het reinigen van de kookplaat.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd mag deze alleen worden vervangen door
•
de fabrikant, zijn serviceorganisatie of gelijkwaardig gekwalificeerde personen, om
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik. Houd natuurlijke ventilatie-
•
openingen open.
Bij langdurig gebruik van de kookplaat is extra ventilatie noodzakelijk. Zet bijvoor-
•
beeld een raam open of installeer een mechanische ventilator.
De branderdelen zijn heet tijdens en direct na het gebruik. Vermijd directe aanraking
•
en contact met niet-hittebestendige materialen.
Dompel hete branderdoppen en pandragers nooit onder in koud water. Door de
•
snelle afkoeling kan het emaille beschadigen.
De afstand van de pan tot een knop of niet-hittebestendige wand moet altijd groter
•
zijn dan twee centimeter. Bij kleinere afstanden kunnen door de hoge temperatuur
de knoppen of de wand verkleuren en/of vervormen.
Plaats de pan altijd op de pandrager. Het plaatsen van de pan direct op de brander-
•
kop kan tot gevaarlijke situaties leiden.
Aluminium bakjes of folie zijn niet geschikt als kookgerei. Ze kunnen inbranden op
•
de branderdoppen en pandragers.
De kookplaat kan alleen goed functioneren wanneer de branderdelen via de
•
geleidingsnokken in elkaar zijn gezet.
Zorg er voor dat de pandragers recht tegen elkaar en vlak op de vangschaal liggen.
•
Alleen op deze manier kunnen de pannen stabiel geplaatst worden.
Wanneer u pannen op de achterste branders gebruikt, let er dan op dat de pan niet
•
op of tegen het profiel van de glazen sierdeksel staat. Zorg voor een vrije ruimte van
min. 2,5 cm tussen het profiel en de pan. Wanneer de pan dichterbij staat, kan het
profiel worden aangetast.
De glazen sierdeksel kan door verhitting breken. Zorg ervoor dat alle branders
•
uitgeschakeld en afgekoeld zijn voordat u de sierdeksel sluit.
Verzeker u ervan dat, voorafgaand aan de installatie, de locale condities (gassoort en
•
gasdruk) en de afstelling van de kookplaat compatibel zijn.
Dit apparaat is niet verbonden aan een rookgasafvoer. Het dient geïnstalleerd en
•
aangesloten te worden volgens de geldende installatieregelgeving. Bijzondere
aandacht dient gegeven te worden aan de relevante eisen met betrekking tot
ventilatie.