NL
- 71 -
•
Vermijd het aanzuigen van vreemde voorwerpen (zand enz.). Indi-
en nodig installeert u hiertoe een voorfilter.
5.3 Aansluiting van de drukleiding
•
De drukleiding (moet min. 19 mm (¾ ” zijn)) moet direct of via een
schroefdraadnippel worden aangesloten aan de drukleidingaans-
luiting (1) (33,3 mm (R1IG) van het apparaat.
•
Mits gepaste koppelstukken kan uiteraard ook een drukslang van
13 mm (½ ”) worden gebruikt. Het pompvermogen wordt geredu-
ceerd door de kleinere drukslang.
•
Tijdens het aanzuigen moeten de in de drukleiding voorhanden
zijnde afsluiters (spuitmondstukken, kleppen etc.) helemaal open-
gedraaid zijn zodat de lucht vrij uit de zuigleiding kan ontsnappen.
5.4 Elektrische aansluiting
•
De elektrische aansluiting gebeurt aan een wandcontactdoos met
aardingscontact 230 V ~ 50 Hz, ampérage van de zekering mins-
tens 10 amp.
•
De motor wordt door de ingebouwde thermische contactverbreker
beschermd tegen overbelasting of blokkering. In geval van over-
verhitting wordt de pomp automatisch uitgeschakeld door deze
contactverbreker en na het afkoelen wordt de pomp automatisch
opnieuw in werking gesteld.
6. Bediening
•
Het toestel op een vaste, vlakke en horizontale ondergrond
opstellen.
•
Pomphuis via de watervulplug (7) vullen met water. Het vullen van
de zuigleiding versnelt het aanzuigen.
•
Alle afsluitinrichtingen in de drukleiding (sproeimondstuk, kleppen
enz.) moeten bij het aanzuigen volledig geopend zijn, opdat alle
lucht uit de aansluitleiding kan ontsnappen.
•
Netleiding aansluiten.
Anl_PE_HWA_650_SPK7.indb 71
Anl_PE_HWA_650_SPK7.indb 71
26.11.15 14:21
26.11.15 14:21