NL
54
NL
55
SLIJPEN
Bevestig de slijpbeveiliging
1
aan het
gereedschap en lijn het uit zodat de
gebruiker tegen vonken wordt be-
schermd.
Let op!
Zorg ervoor dat het gereed-
schap is uitgeschakeld en de stek-
ker uit het stopcontact is gehaald.
1
Sluit de ontgrendelingshendel van de
afscherming. Zet de slijpbeveiliging
1
goed vast met de steeksleutel.
2
SLIJPWIEL MET VERDIEPT MIDDEN-
STUK
Installeer het wiel met het verhoogde
midden naar de machine gericht. Mon-
teer de buitenflens
8
met de
kleine
kant richting het slijpwiel.
3
ON/OFF (IN/UITSCHAKELEN)
Om het gereedschap in te schakelen,
duwt u de veiligheidshendel
6
naar vo-
ren en drukt u op de aan/uit-schakelaar
5
.
1
Om het apparaat uit te schakelen, laat
u de aan/uit-schakelaar
5
los en laat
u het wiel tot stilstand komen zonder
druk uit te oefenen op het oppervlak.
SNIJDEN
Bevestig de slijpbeveiliging
2
aan het
gereedschap en lijn het uit zodat de
gebruiker tegen vonken wordt be-
schermd.
Let op!
Zorg ervoor dat het gereed-
schap is uitgeschakeld en de stek-
ker uit het stopcontact is gehaald.
1
Sluit de ontgrendelingshendel van de
afscherming. Zet de snijdbeveiliging
2
goed vast met de steeksleutel.
2
SNIJWIEL
Monteer het snijwiel. Installeer de bui-
tenflens
8
met de
grote
kant richting
het snijwiel.
Draai de buitenflens met de sleutel
vast door op de asvergrendelknop
10
te drukken.
3A
SNIJWIEL MET VERDIEPT MIDDEN-
STUK
Monteer het wiel met het verhoogde mid-
den
naar voren
. Installeer de buitenflens
8
met de
grote
kant richting het snij-
wiel. Draai de buitenflens met de sleutel
vast door op de asvergrendelknop
10
te
drukken.
3 B
Draai de buitenflens met de sleutel
vast door op de asvergrendelknop
10
te drukken.
3a
1
1
2
3A
3B
2
3
1.
1.
2.
2.
1.
1.
1.
1.
1.
1.
2.
2.
2.
2.
2.
2.
1
1.
1.
1.
1.
2.
2.