39
NL/BE
• Vóór ingebruikneming dienen alle afdekkingen en veilig-
heidsinrichtingen naar behoren te zijn gemonteerd.
• Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
• Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwerpen letten zoals
b.v. nagels of schroeven etc.
• Voordat u de AAN-/UIT-schakelaar bedient moet het zaag-
blad correct gemonteerd zijn. Beweeglijke delen moeten
gemakkelijk bewegen.
• Vóór het aansluiten controleren of de gegevens vermeld op
het kenplaatje overeenstemmen met de gegevens van het
stroomnet.
7.1 Veiligheidsvoorziening beweegbare zaag-
bladbescherming controleren (5)
De zaagbladbescherming biedt bescherming tegen onbe-
doeld contact met het zaagblad en tegen rondvliegende
spanen.
Werking controleren.
Klap hiervoor de zaag naar beneden:
• De zaagbladbescherming moet het zaagblad bij het om-
laag zwenken vrijgeven zonder andere delen aan te raken.
• Als de zaag naar de uitgangspositie omhoog wordt
geklapt, moet de zaagbladbescherming automatisch het
zaagblad afdekken.
8. Montage en bediening
8.1 Zaag monteren (fig.1/2/4/5)
• Klap de vastzetgreep (11) omhoog en trek de vergrende-
lingshendel (35) met uw wijsvinger omhoog om de draaita-
fel (14) te verstellen.
• Verdraai de draaitafel (14) en aanwijzer (12) naar de ge-
wenste hoek van de schaalverdeling (13).
Klap de vastzetgreep (11) omlaag om deze instelling vast
te zetten.
• Door de machinekop (4) licht naar beneden te drukken en
gelijktijdig de borgpen (23) uit de motorbeugel te trekken,
wordt de zaag uit de onderste stand ontgrendeld.
• Draai de machinekop (4) omhoog.
• De kleminrichting (7) kan zowel links als rechts aan de vaste
zaagtafel (15) bevestigd worden. Steek de kleminrichtingen
(7) in de hiervoor bedoelde boorgaten aan de achterkant
van de aanslagrail (16) en borg deze met behulp van de
schroeven met stergreep (7a).
Voor versteksnedes van 0° tot 45° moet de kleminrichting
(7) slechts aan één kant (rechts) worden gemonteerd (zie
afb. 11-12).
• De machinekop (4) kan door de borgschroef (22) los te
draaien, naar links tot max. 45° schuin geplaatst worden.
• Werkstukhouder (8) moeten altijd worden vastgezet en
gebruikt tijdens het werk. Stel het gewenste tafelformaat in
door de stelschroef (9) los te draaien. Draai daarna de stel-
schroef (9) weer vast.
8.2 Fijne instelling van de aanslag voor kapsnede
90° (fig. 1/2/5/6)
• De aanslagwinkelhaak is niet bij de levering
begrepen.
• De machinekop (4) naar beneden laten zakken en met de
borgpen (23) vastzetten.
• De borgschroef (22) losdraaien.
• De aanslaghoek (A) tussen zaagblad (6) en draaitafel (14)
plaatsen.
• Draai de borgmoer (26a) los.
• De stelschroef (26) zover verstellen, tot de hoek tussen zaag-
blad (6) en draaitafel (14) 90° bedraagt.
• Draai de borgmoer (26a) weer vast.
• Controleer ten slotte de positie van de hoekweergave. Indien
nodig, de naald (19) met een kruiskopschroevendraaier los-
draaien, op de 0°-positie van de hoekschaal (18) zetten en
de borgschroef weer vastdraaien.
8.3 Kapsnede 90° en draaitafel 0° (fig. 1/2/7)
Bij zaagsnedes tot ca. 100 mm kan de trekfunctie van de zaag
met de borgschroef (20) in de achterste positie gefixeerd wor-
den. In deze positie kan de machine voor afkorten worden ge-
bruikt. Mocht de zaagsnede boven 100 mm liggen, dan moet
erop gelet worden, dat de borgschroef (20) los en de machi-
nekop (4) beweegbaar is.
Let op! De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten voor af-
kortbewerkingen van 90° op de binnenste positie worden
vastgezet.
• Open de vastzetschroeven (16b) van de verschuifbare aan-
slagrails (16a) en schuif de verschuifbare aanslagrails (16a)
naar binnen.
• De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten zover voor de
binnenste positie worden vastgezet, dat de afstand tussen
de aanslagrails (16a) en het zaagblad (6) maximaal 8 mm
bedraagt.
• Controleer vóór de zaagsnede of de aanslagrails (16a) en
het zaagblad (6) niet met elkaar in botsing kunnen komen.
• Draai de vastzetschroeven (16b) weer vast.
• Machinekop (4) naar de bovenste stand brengen.
• Machinekop (4) aan de handgreep (1) naar achteren schui-
ven en, indien nodig, in deze stand fixeren (naargelang de
snijbreedte).
• Het te snijden hout tegen de aanslagrail (16) en op de
draaitafel (14) leggen.
• Het materiaal op de vaststaande zaagtafel (15) vastzetten
m.b.v. de spaninrichting (7) zodat het tijdens het zagen niet
kan verschuiven.
• Ontgrendel de blokkeerschakelaar (3) en druk op de aan/
uit-schakelaar (2) om de motor in te schakelen. Houd hierbij
rekening met punt 8.13 “Wijzigen van het toerental”.
• Bij gefixeerde trekgeleiding (21):
met de handgreep (1) de machinekop (4) gelijkmatig en met
lichte druk omlaag bewegen tot het zaagblad (6) het werk-
stuk heeft doorsneden.
• Bij niet gefixeerde trekgeleiding (21):
Machinekop (4) helemaal naar voren trekken. Handgreep
(1) gelijkmatig en met lichte druk helemaal naar beneden
duwen. Dan de machinekop (4) traag en gelijkmatig hele-
maal naar achteren schuiven tot het zaagblad (6) het werk-
stuk volledig heeft doorsneden.
• Na het zagen de machinekop terug naar zijn bovenste rust-
stand brengen en AAN / UIT-schakelaar (2) loslaten.
Let op!
Door de terughaalveer slaat de machine vanzelf
omhoog, daarom de handgreep (1) aan het einde van de
zaagsnede niet loslaten, maar de machinekop langzaam en
onder lichte tegendruk omhoog bewegen.
Summary of Contents for 315340
Page 5: ...15 16 17 18 19 20 33 30 17 32 E 34 38 21 11 11 31 5 6 E E...
Page 20: ...15 GB IE NI...
Page 66: ......
Page 67: ......