PTS 710 A1
■
54
│
NL
│
BE
Een terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van
de zaag. Dit is te voorkomen door passende voor-
zorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven.
a)
Houd de zaag met beide handen vast en
breng uw armen in een positie waarin u de
terugslagkrachten kunt opvangen. Blijf altijd
aan de zijkant van het zaagblad, breng het
zaagblad nooit in één lijn met uw lichaam.
Bij een terugslag kan de zaag naar achteren
springen, maar de gebruiker kan de terugslag-
krachten door passende voorzorgsmaatregelen
beheersen.
b)
Als het zaagblad vastloopt of als u het
werk onderbreekt, schakelt u de zaag uit en
houdt u deze rustig in het materiaal tot het
zaagblad tot stilstand is gekomen. Probeer
nooit om de zaag uit het werkstuk te verwij-
deren of naar achteren te trekken zolang
het zaagblad in beweging is, anders kan er
een terugslag optreden.
Stel de oorzaak van
het vastlopen van het zaagblad vast en los het
probleem op.
c)
Als u een zaag die in het werkstuk steekt
opnieuw wilt starten, centreert u het zaag-
blad in de zaagsnede en controleert u of de
zaagtanden niet in het werkstuk vasthaken.
Als het zaagblad klemt, kan het uit het werkstuk
worden gedrukt of een terugslag veroorzaken
wanneer de zaag opnieuw wordt gestart.
d)
Ondersteun grote platen om het risico op een
terugslag door een klemmend zaagblad te
verminderen.
Grote platen kunnen onder hun
eigen gewicht doorbuigen. Platen moeten aan
beide zijden worden ondersteund, zowel in de
buurt van de zaagsnede als aan de rand.
e)
Gebruik geen botte of beschadigde zaagbla-
den.
Zaagbladen met botte of verkeerd uitge-
lijnde tanden veroorzaken door een te smalle
zaagsnede verhoogde wrijving, vastlopen van
het zaagblad en terugslag.
f)
Zet vóór het zagen de instellingen voor de
zaagdiepte en zaaghoek goed vast.
Als
tijdens het zagen de instellingen veranderen,
kan het zaagblad vastlopen en een terugslag
veroorzaken.
g)
Wees bijzonder voorzichtig bij het zagen
in bestaande wanden of andere materialen
waarvan de samenstelling onbekend is.
Het
zaagblad kan tijdens het zagen in verborgen
objecten vastraken en een terugslag veroorzaken.
Specifieke veiligheidsvoorschriften
voor deze zaag
Werking van de beschermkap:
a)
Controleer vóór elk gebruik of de bescherm-
kap perfect sluit. Gebruik de zaag niet als de
beschermkap niet vlot kan bewegen en niet
onmiddellijk sluit. Klem of bind de bescherm-
kap nooit vast; daardoor zou het zaagblad
onbeschermd zijn.
Als u de zaag per ongeluk
laat vallen, kan de beschermkap verbogen
raken. Zorg ervoor dat de beschermkap vrij kan
bewegen en bij alle zaaghoeken en zaagdiep-
tes het zaagblad of andere onderdelen niet
aanraakt.
b)
Controleer de toestand en werking van
de veren van de beschermkap. Als de be-
schermkap en de veren niet correct werken,
laat het apparaat dan repareren voordat u
het gebruikt.
Door beschadigde onderdelen,
kleverige aanslag of spaanophopingen kan de
onderste beschermkap vertraagd werken.
c)
Beveilig bij invalwerk dat onder een hoek
wordt uitgevoerd, de zool van de zaag tegen
zijwaarts verschuiven.
Een zijwaartse ver-
schuiving kan resulteren in vastklemmen van het
zaagblad, met een terugslag als gevolg.
d)
Leg de zaag niet op de werkbank of op de
vloer zonder dat de beschermkap het zaag-
blad bedekt.
Een onbeschermd, nadraaiend
zaagblad beweegt de zaag tegen de snijrich-
ting in en zaagt alles wat in de weg zit. Houd
daarbij rekening met de nalooptijd van de
zaag.
Summary of Contents for 310843
Page 85: ...PTS 710 A1 82 PL...