NL
60
BE
- Controleer de slijpschijf vóór ge
-
bruik:
Controleer de afstand tussen von-
kenvanger en slijpschijf en ook
de werkstuksteun en slijpschijf
(afstand maximaal 2 mm).
- Zodra de vonkenvanger en de
werkstuksteun niet meer op max.
2 mm van de slijpschijf kunnen
worden geplaatst, moet de slijp
-
schijf worden vervangen.
- Schakel het apparaat pas in wan-
neer het veilig op het arbeidsop-
pervlak gemonteerd is.
Houd de handen uit de buurt
van de slijpschijf als het ap
-
paraat in werking is. Er
bestaat gevaar voor verwon-
dingen.
In- en uitschakelen
Let erop dat de spanning van de
netaansluiting met het typeaandui-
dingplaatje op het apparaat over-
eenstemt.
Sluit het apparaat op de netspan-
ning aan.
1. Om in te schakelen, drukt u de schake-
laar “Aan” „
I
“ (groen) in, het apparaat
schakelt in (zie
14a).
2. Om uit te schakelen, drukt u de schake-
laar “Uit” „
0
“ (rood) in, het apparaat
schakelt uit (zie
14b).
Wacht na het inschakelen tot het apparaat
het maximale toerental heeft bereikt. Begin
dan pas te slijpen.
De schijf loopt na nadat het
apparaat uitgeschakeld
werd. Er bestaat gevaar voor
verwondingen.
Proefdraaien:
Zorg vóór de eerste keer dat u werkt en
na iedere wissel van de slijpschijf voor het
proefdraaien van minstens 60 seconden
lang zonder belasting. Schakel het appa-
raat uit als de schijf onrond draait, als er
zich aanzienlijke schommelingen voordoen
of als er abnormale geluiden te horen zijn.
Slijpen met de slijpschijf
De pijl op de beschermkap (
5)
geeft de draairichting van de slijp
-
schijf aan.
• Leg het werkstuk op de werkstuksteun
(
11) en beweeg het langzaam in
de gewenste hoek naar de slijpschijf
(
10).
• Beweeg het werkstuk lichtjes heen en
weer om een optimaal slijpresultaat te
verkrijgen. De slijpschijf wordt op die
manier gelijkmatig gebruikt. Laat het
werkstuk tussendoor afkoelen.
• De loep in de glazen van de vonken-
vanger (1) maakt het u mogelijk pre
-
cies te werken.
Slijpschijf vervangen
Instructies voor de vervan-
ging:
• Bedien het apparaat nooit zon-
der beveiliging.
• Zorg ervoor dat het toerental dat
vermeld is op de slijpschijf (
10) gelijk of groter is dan het op
-
gegeven nominaal toerental van