80 NL/BE
Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen
Veiligheidsaanwijzingen
voor ieder gebruik
Gemeenschappelijke veiligheidsaanwij-
zingen voor het slijpen, schuren met
schuurpapier, werken met staalborstels,
polijsten, frezen of doorslijpen:
a)
Dit elektrisch gereedschap kan gebruikt
worden als schuurmachine, schuurpa-
pier-schuurmachine, staalborstel, po-
lijstmachine, voor het frezen en als
doorslijpmachine. Neem de veiligheids-
aanwijzingen, instructies, weergaven
en gegevens, welke u samen met het
apparaat ontvangt, in acht.
Als u de vol-
gende aanwijzingen niet in acht neemt, kunnen
elektrische schok, vuur en / of zwaar letsel het
gevolg zijn.
b)
Gebruik geen toebehoor, dat door de
fabrikant niet specifiek voor dit elek-
trisch gereedschap is bedoeld of aan-
bevolen.
Alleen het feit dat u het toebehoor
aan uw elektrisch gereedschap kunt bevestigen,
is dit nog geen garantie voor een veilig gebruik.
c)
Het toegestane toerental van het inzet-
gereedschap moet minimaal zo hoog
zijn als het maximale toerental dat op
het elektrische gereedschap wordt weer-
gegeven.
Toebehoren die sneller draaien dan
toegestaan, kunnen breken of wegvliegen.
d)
De diameter van de buitenkant en de
dikte van het inzetgereedschap moet
overeenkomen met de gegevens van
het elektrisch gereedschap.
Fout bemeten
inzetgereedschap kan niet voldoende worden
afgeschermd of gecontroleerd.
e)
Slijpschijven, slijpwalsen of andere toe-
behoren moeten precies op de slijpas
of spantang van uw elektrisch gereed-
schap passen.
Inzetgereedschap, dat niet
precies in de opname van het elektrisch gereed-
schap past, draait onregelmatig, vibreert zeer
sterk en kan zodoende tot een verlies van de
controle leiden.
f)
Op een houder gemonteerde schijf,
slijpcilinder, snijdgereedschap of ander
toebehoor moet volledig in de spantang
of de klemkop worden geplaatst.
Het
„uitstekende“ resp. het vrij liggende
gedeelte van de houder tussen slijp-
steen en spantang of klemkop moet
minimaal zijn.
Als de houder niet voldoende
wordt gespannen of als de slijpsteen te ver uit-
steekt, kan het inzetgereedschap los raken en
met hoge snelheid eruit worden geslingerd.
g)
Gebruik geen beschadigd inzetgereed-
schap. Controleer voor ieder gebruik
het inzetgereedschap zoals schuur-
schijven op splinters en scheuren, slijp-
walsen op scheuren of slijtage, staal-
borstels op losse of gebroken draden.
Als het elektrisch gereedschap of het
inzetgereedschap valt, dient u te con-
troleren of het beschadigd is, of gebruik
een onbeschadigd inzetgereedschap.
Als u het inzetgereedschap gecontro-
leerd en gemonteerd hebt, dient uzelf
en andere personen zich buiten het
bereik van het draaiende inzetgereed-
schap te begeven en dient u het appa-
raat een minuut lang met het hoogste
toerental zonder belasting te laten
draaien.
Beschadigd inzetgereedschap breekt
meestal gedurende deze periode.
h)
Draag een persoonlijke veiligheidsuit-
rusting. Gebruik afhankelijk van de
toepassing een volledige gezichtsbe-
scherming, ogenbescherming of vei-
ligheidsbril. Voor zover noodzakelijk,
dient u een stofmasker, gehoorbescher-
ming, veiligheidshandschoenen of een
speciale schort die kleine slijp- en ma-
teriaaldeeltjes opvangt, te dragen.
De ogen dienen tegen rondvliegende vreem-
de voorwerpen te worden beschermd, die bij
verschillende toepassingen ontstaan. Stof- en
adembeschermingsmasker moeten de bij het
gebruik ontstane stof filteren. Als u lang wordt
blootgesteld aan lawaai, kunnen blijvende ge-
hoorbeschadigingen ontstaan.
i)
Let bij andere personen op een veilige
afstand ten opzichte van uw werkbe-
reik. Iedereen die in het werkbereik
komt, moet een persoonlijke bescher-
mende uitrusting dragen.
Afgebroken
stukken van het werkstuk of gebroken inzetge-
Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen