32
31.
∆
T Retour-Aanvoer
Fabrieksinstelling: 5 °C
Uitgaand
Retour
Retour — Uitgaand = 1 °C ~ 15 °C
Stel het temperatuurverschil in tussen uitgaande & retourtemperatuur van het
circulatiewater in de koelingsstand.
Als het temperatuurverschil wordt vergroot, bespaart dit energie maar geeft minder
comfort. Als het verschil kleiner wordt, gebruikt het meer energie maar is het wel
comfortabeler.
Instelbereik is 1 °C ~ 15 °C
Auto
32. Buitentemp. voor (verw -> koel)
Fabrieksinstelling: 15 °C
15°
C
Verw.
Koelen
Stijgende buitentemp.
Stel de buitentemperatuur in waarbij van verwarming naar koeling wordt
geschakeld als Auto is ingesteld.
Instelbereik is 5 °C ~ 25 °C
De beoordeling hiervan gebeurt met een interval van 1 uur.
33. Buitentemp. voor (koel -> verw)
Fabrieksinstelling: 10 °C
10°
C
Verw.
Koelen
Dalende buitentemp.
Stel de buitentemperatuur in waarbij van koeling naar verwarming wordt
geschakeld als Auto is ingesteld.
Instelbereik is 5 °C ~ 25 °C
De beoordeling hiervan gebeurt met een interval van 1 uur.
Tapwater
34. Werkingstijd verwarmen. (max.)
Fabrieksinstelling: 8 u.
Verw.
Tapwater
30 min ~ 10 u.
Stel de maximale tijd in voor de werking van de verwarming.
Als de max. werkingstijd wordt verkort, kan de tank vaker worden verhit.
Het is een functie voor de werking van verw tank.
35. Opwarmtijd tank (max.)
Fabrieksinstelling: 60 min.
Verw.
Tapwater
5 min ~ 4 u.
Stel de maximale opwarmtijd in voor de tank.
Als de max. opwarmtijd wordt verkort, keert de werking sneller terug naar
verwarming, maar de tank wordt dan misschien niet volledig opgewarmd.
36. Schakel differentie tank
Fabrieksinstelling: -8 °C
-12 °C ~ -2 °C
Stel de temperatuur in waarbij het water in de tank weer moet worden
opgewarmd.
(Als het alleen door de warmtepomp wordt opgewarmd, wordt
(51 °C – opwarmtemp. tank) de max. temp.)
Instelbereik is -12 °C ~ -2 °C
