6
de buurt. Uitstekende daken zonder goten kunnen zorgen voor een aanzienlijke
hoeveelheid water en/of vuil op de warmtepomp en deze beschadigen. Indien nodig
goten en afvoeren maken om de warmtepomp te beschermen.
Als de warmtepomp onder het zwembadniveau wordt geïnstalleerd, kunnen
waterlekkages aanzienlijke wateroverlast en overstromingen veroorzaken. De
leverancier is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van deze lekkages en
overstromingen.
Zorg ervoor dat de warmtepomp niet in het bereik staat van mogelijke
sproeisystemen. Indien nodig geschikte afdekkingen installeren.
- Bekabeling
-
Het apparaat moet worden aangesloten op de geschikte voltage die overeen
moet komen met de nominale voedingstroom van de producten.
-
Zorg dat het apparaat correct geaard is.
-
De bekabeling moet worden uitgevoerd door een professionele installateur en
conform het bijgeleverde bekabelingschema.
-
Er moet een aardlek beveiliging geïnstalleerd worden conform de wetgeving
betreffende aansluiting (installatieautomaat ≤ 30mA).
-
De installatie van de voedingskabel en de interfacekabel moet volgens de normen
gebeuren en deze kabels mogen niet onderling afhankelijk zijn.
Schakel de stroom in als de volledige installatie van de kabel voltooid en nogmaals
getest is.
- Wateraansluiting
De wateraansluitingen van de warmtepomp moet worden aangelegd door
gespecialiseerde technici volgens de actuele nationale voorschriften.
Voorkom het gebruik van open vlammen in de buurt of in de warmtepomp bij het
maken van de wateraansluitingen.
De volgende in de handel verkrijgbare componenten worden aanbevolen voor de