44
NL
hij eerst volledig ontlaad worden en vervolgens dient een
volledige laadcyclus met de nominale snelheid van de batterij
uitgevoerd te worden, zoals aangegeven in de handleiding van
het product, en hieraan 30 minuten toe te voegen. Vervolgens
moet de batterij opnieuw volledig ontlaad worden en weer
opgeladen worden met dezelfde snelheid en door 30 minuten
toe te voegen. Deze procedure conditioneert de batterij en
zorgt ervoor dal alle cellen hetzelfde voltage hebben. Als deze
procedure in acht wordt genomen, is een betere werking van de
batterij verzekerd.
Als de batterijlader herhaaldelijk gebruikt moet worden om
een bepaald aantal batterijen op te laden, laat hem dan altijd
afkoelen alvorens hem opnieuw te gebruiken. Men adviseert
een afkoeltijd van niet minder dan 30-45 minuten.
Als een batterij moet worden opgeladen die ontladen is tijdens
intensief gebruik, laat hem dan eerst afkoelen alvorens hem
op te laden. Men adviseert een afkoeltijd van minstens 30-45
minuten in acht te nemen.
Ladingen voor NiCad en batterijlader
De NiCad batterijen moeten met de nodige aandacht opgeladen
worden, vooral omdat ze door overmatige oplading beschadigd
kunnen raken. Een overmatige oplading kan een snelle toename
van de temperatuur en van de inwendige druk van de batterij
veroorzaken. Dit kan vervorming van de cellen met verlies van
de elektrolyt veroorzaken en, in het geval waarin de inwendige
druk extreem hoog wordt, kan de batterij zelfs ontploffen.
Hetzelfde kan gebeuren als in het product een overmatig
opgeladen batterij wordt gemonteerd en gebruikt.
Om deze extreme situatie te vermijden is het van extreem
belang dat de NiCad batterijen altijd volledig worden ontlaad
voordat ze opgeladen worden en dat de oplaadtijd niet wordt
overschreden, met uitzondering van de eerste oplading van
een nieuwe batterij. Indien slechts gedeeltelijk lege batterijen
frequent worden opgeladen, kunnen een of meer cellen
beschadigd raken.
Zelfontlading van de batterijen
Een NiCad batterij kan zichzelf ontladen en de verzamelde
lading wegens een interne chemische reactie verliezen.
Normaliter verliest hij circa 10% van de lading in de eerste 24
uur na het opladen en nog eens 10% per maand.
Laad de batterijen nooit op in de open lucht
Deze batterijlader is ontworpen om in een overdekte ruimte
gebruikt te worden. Wij adviseren om hem niet thuis te gebruiken.
Het is beter om de batterijen op een werkbank in een werkplaats
of in een garage op te laden. Als men toch de batterijen thuis
wil opladen, doe dat dan in een goed geventileerde ruimte en
door de batterijlader op een brandwerend oppervlak te plaatsen
en op te letten dat de ventilatiesleuven niet afgedekt of verstopt
zijn. Overschrijd nooit de oplaadtijd (uitgezonderd de eerste
oplading van een nieuwe batterij) aangezien de batterij en de
batterijlader beschadigd kunnen raken.
Verwerking van de batterij
Als de batterij niet oplaadt of de lading niet behoudt, betekent
dit dat hij op is. De batterij moet met respect voor het milieu
gerecycled of verwerkt worden. Deze batterijen bevatten
nikkel-cadmium cellen. Controleer alvorens ze af te danken, of
ze volledig leeg zijn door ze met het snoerloze gereedschap
te gebruiken. Verwijder ze vervolgens uit hun behuizing in
de boor en dek de polen met een stevig soort tape af, zodat
kortsluiting of ontlading van energie wordt voorkomen die brand
kan veroorzaken. Open of verwijder geen enkel onderdeel. Win
informatie in bij de plaatselijke instanties over de bestaande
centra voor recycling en verwerking.
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Oplaadbare batterijen.
De batterijen kunnen vloeistof verliezen of ontploffen als ze niet
correct worden opgeladen of gehanteerd.
Neem altijd de volgende voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
van de batterijen in acht.
Controleer of de machine uitgeschakeld is alvorens de batterijen
te verwijderen of te installeren.
Gebruik deze batterij met geen enkel ander product.
Probeer niet om de batterijen andersom te monteren.
Breng de batterij niet in kortsluiting en probeer hem niet te
demonteren.
Stel de batterijen niet bloot aan vlammen of overmatige hitte.
Dompel de batterijen niet onder in water en stel ze niet aan
vocht bloot.
Bewaar of vervoer de batterijen niet samen met andere losse
metalen voorwerpen zoals boorbeitels of schroevendraaiers.
De batterijen hebben de neiging om vloeistof te verliezen
wanneer ze leeg zijn. Verwijder de batterij of laad hem weer op
wanneer hij leeg is om schade aan het product te voorkomen.
Bewaar de batterij op een koele plek wanneer hij niet gebruikt
wordt.
Na intensief gebruik wordt de batterij warm. Schakel de machine
uit en laat de batterij afkoelen alvorens hem te verwijderen.
Gebruik de batterij niet als kleurverlies of vervorming van het
batterijlichaam wordt geconstateerd.
OPLADEN VAN DE BATTERIJ
N.B. –
Tijdens het opladen wordt de batterij heet.
De batterij geleverd bij dit elektrische gereedschap bevat slechts
een testlading en moet volledig opgeladen worden voordat hij
gebruikt wordt.
Lees op de eerste plaats de veiligheidsvoorschriften en volg
vervolgens de aanwijzingen voor het opladen op.
1. Sluit de kabel van de transformator op het onderstuk van de
batterijlader aan.
2. Steek de stekker van de transformator in een normaal
stopcontact van 230V-50Hz.
3. Controleer of de kabel geen knopen of knikken vertoont.
4. De transformator en het batterijenpakket zijn speciaal
ontworpen voor gecombineerd gebruik. Gebruik
deze batterijlader NIET voor gereedschappen of
batterijenpakketten van andere merken.
5. Merk op dat de batterij een spie heeft die alleen maar op
één manier in het onderstuk van de batterijlader kan worden
gestoken.
6. Doe het batterijenpakket in het onderstuk van de
Summary of Contents for NCD12
Page 5: ...5 2 3 1 A 1 A B 4 2 5 7 1 3 6 8 9 ...
Page 6: ...6 4 5 ...
Page 153: ...153 ...
Page 154: ...154 ...
Page 155: ...155 ...