30
Tabel
Voor het langzaam garen zijn alle zachte delen van rund, varken, kalf, lam, wild en gevogelte geschikt. Aanbraad- en nagaartijden
zijn afhankelijk van de grootte van de vleesstukken. De aanbraadtijden gelden voor vlees dat in heet vet wordt gelegd.
Onderhoud en reiniging
Gebruik nooit een hogedrukreiniger of een
stoomstraalapparaat! Maak het apparaat alleen schoon
wanneer het uitgeschakeld is. Functiekeuzeknop Stand = 0.
Buitenzijde apparaat
Maak het apparaat met water en wat afwasmiddel schoon.
Droog het met een zachte doek na.
Scherpe of schurende middelen zijn hiervoor niet geschikt.
Wanneer zo'n middel op de voorkant terechtkomt, neem het
dan direct af met water.
Roestvrijstalen oppervlakken
Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd onmiddellijk.
Onder zulke vlekken kan gemakkelijk corrosie ontstaan.
Gebruik voor het schoonmaken water en wat afwasmiddel.
Droog de oppervlakken met een zachte doek na.
Apparaten met een glazen voorkant
Maak de glazen voorkant met glasreiniger en een zachte doek
schoon. Geen schraper gebruiken.
Verwarmingsplaat
Maak de verwarmingsplaat met wat warm water en
afwasmiddel schoon.
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid. Lees de volgende aanwijzingen voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerde technici. U kunt aanzienlijk gevaar lopen als gevolg van
ondeskundige reparaties.
Gerecht
Aanbraden op de kookplaat
Nagaren in de oven
Kleine stukken vlees
Blokjes of repen
rondom 1-2 min.
20-30 min.
Kleine schnitzels, steaks of medaillons
per kant 1-2 min.
35-50 min.
Middelgrote stukken vlees
Filet (400-800g)
rondom 4-5 min.
75-120 min.
Lamszadel (ca. 450g)
per kant 2-3 min.
50-60 min.
Magere braadstukken (600-1000g)
rondom 10-15 min.
120-180 min.
Grote stukken vlees
Filet (vanaf 900g)
rondom 6-8 min.
120-180 min.
Rosbief (1,1-2kg)
rondom 8-10 min.
210-300 min.
Het servies of de gerechten blijven koud.
Controleer:
■
of het apparaat is ingeschakeld
■
of er sprake is van een stroomuitval
■
of de lade helemaal gesloten is
Het servies of de gerechten worden niet warm
genoeg.
Het kan zijn:
■
dat het servies of de gerechten niet lang genoeg opgewarmd zijn
■
dat de lade langere tijd open is geweest
Het bedrijfsindicatielampje knippert.
Controleer of de lade gesloten is.
Bij een gesloten warmtelade knippert het indicatie-
lampje agressief.
Neem contact op met de klantenservice.
Het bedrijfsindicatielampje brandt niet.
Het indicatielampje is defect. Neem contact op met de klantenservice.
De zekering in de meterkast wordt in werking gezet.
Haal de stekker uit het stopcontact en licht de klantenservice in.