Hose Reel 893
4.5 Vergrendelingsmechanisme
De Hose Reel Series 893 wordt geleverd met een ver-
grendelingsmechanisme, dat de slang blokkeert in de
gewenste uitgerolde stand, zie
grendelingsmechanisme wordt losgekoppeld wan-
neer de slang iets verder wordt uitgetrokken. De slang
wordt vervolgens op de trommel gerold, maar moet
met de hand zo lang mogelijk worden vastgehouden
tijdens het oprollen.
Het vergrendelingsmechanisme kan worden uitge-
schakeld door de vergrendelingspal te verwijderen. In
dit geval dient de slang eerst geheel te worden opge-
rold.
4.6 Keuze van de slang
Bij het kiezen van een slang, zie afmeting en belas-
ting op het typeplaatje van de haspel. Zie ook
.
4.7 Slangaansluiting
Zie
1 Zet de slanghaspel op een geschikte werkbank.
WAARSCHUWING! Gevaar voor per-
soonlijk letsel
Zorg ervoor dat de veercassette ontspan-
nen is.
2 Haal de slang door de uitgang van de haspel en
trek de slang volledig uit. Zover totdat men de
aansluiting op de as ziet van de trommel.
3 Bevestig de slangstop aan het vrije uiteinde van
de slang.
4 Wind de slang vervolgens op door middel van een
T-arm te plaatsen, zie
. Als de gehele
slang is opgerold moet men de veer nog 2–6 maal
ronddraaien.
5 Bevestig de aansluitslang, minimum lengte 1.0 m.
6 Bevestig de haspel, zie
.
7 Controleer of de slang tot de vereiste lengte kan
worden afgerold, zonder dat men de veer tot het
uiterste spant.
8 Open de vloeistoftoevoer en controleer of de slan-
gaansluitingen niet lekken.
4.8 Instellen van de veerspanning
Zie
.
A Veerspanning vergroten
B Veerspanning verminderen
Controleer of de benodigde lengte uitgetrokken kan
worden zonder dat men de veer tot het uiterste spant.
5 Onderhoud
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan
het materieel
Gebruik uitsluitend originele reserveonderde-
len en accessoires van N
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
.
Voer het volgende onderhoud regelmatig, of tenmin-
ste één keer per jaar uit.
• Controleer de werking van de veer door te testen of
de slang goed oprolt.
• Controleer of de swivel- en slangkoppelingen niet
lekken. Vervang indien nodig de afdichting. Reinig
de swivel en koppelingen.
• Controleer of de slang heel is. Droog de slang af in-
dien deze geolied of vuil is.
• Controleer het vergrendelingsmechanisme van de
haspel.
• Controleer de bevestiging van de haspel aan de
muur of aan het plafond.
5.1 Reparatieinstructies
Zie
. Instructies voor het bevestigen van
de slang, zie
Paragraaf 4.7 Slangaansluiting
ties voor het wisselen van de veercassette, spoelkop
of pakking is bij ieder reserveonderdeel bijgevoegd.
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
Voordat u de slanghaspel gaat repareren:
1 De toevoer van lucht/water/olie/vet stop-
pen.
2 De veerkracht ontspannen door de slang-
stop los te schroeven en de kabel op te la-
ten rollen.
6 Reserveonderdelen
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan
het materieel
Gebruik uitsluitend originele reserveonderde-
len en accessoires van N
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
.
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde erkende
dealer of met N
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
voor technisch advies en re-
serveonderdelen. Zie ook w
$
w
$
w
$
.
$
n
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
.
$
c
$
o
$
m
$
.
6.1 Bestellen van reserveonderdelen
Wanneer u reserveonderdelen bestelt dient u steeds
het volgende te vermelden:
• Referentie- en controlenummer (raadpleeg het pro-
ductidentificatieplaatje).
• Detailnummer en naam van
het reserveonderdeel (zie
w
$
w
$
w
$
.
$
n
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
.
$
c
$
o
$
m
$
/
$
e
$
n
$
/
$
s
$
e
$
r
$
v
$
i
$
c
$
e
$
/
$
s
$
p
$
a
$
r
$
e
$
-
$
p
$
a
$
r
$
t
$
-
$
s
$
e
$
a
$
r
$
c
$
h
$
).
• Het aantal benodigde onderdelen.
NL
35