3.Programmering van de temperatuur:
Door op de toetsen of te drukken stelt
u de gewenste temperatuurwaarde in.
Selectie-interval:
10-50°C of 50-122°F: 1°C of 1°F per bediening
(bijv. 28°C)
4.Selectie verwarmings-/koelmodus:
Druk ca. 3 seconden lang op de modusknop.
Als het symbool begint te branden, druk dan
op de setknop om de verwarmings- of koelmodus
te selecteren.
(bijv. verwarmingmodus)
5.Programmering van het lichtniveau:
Druk 3 seconden lang op de modusknop.
Als het symbool begint te branden, druk dan
opnieuw op de modusknop tot het symbool
begint te branden. Druk dan op de setknop om de
gewenste waarde in te stellen.
Selectie-interval:
(bijv. helderheidsniveau 3)
van 0 tot 9: 1 niveau per bediening.
0 tot 9: van helder tot donker (niveau 0 betekent dat de computer een laag
donkerheidsniveau al als nacht interpreteert, bij niveau 9 interpreteert de computer
alleen volledige duisternis als nacht)
6.Programmering van het temperatuurverschil bij dag/nacht:
Druk 3 seconden lang op de modusknop.
Als het symbool begint te branden, druk dan
opnieuw op de modusknop tot het symbool
begint te branden. Druk dan op de setknop om de
gewenste waarde in te stellen.
Selectie-interval:
(bijv. 5°C verschil dag/nacht)
0-15°C of 0-27°F: 1°C of 1°F per bediening
7.Programmering van het alarm:
Druk 3 seconden lang op de modusknop. Als het
symbool begint te branden, druk dan opnieuw
op de modusknop, tot het symbool begint te
branden. Druk dan op de setknop om de gewenste
waarde in te stellen.
Selectie-interval:
(bijv. 3°C alarminterval)
0-15°C of 0-27°F: 1°C of 1°F per bediening