37
NL
DE FLES OM MEE TE NEMEN IN ELKAAR ZETTEN EN PLAATSEN
Bevochtig de afdichtingsring (E3) (zelfs wanneer het reeds op de messeneenheid (E4) is
vastgemaakt). Breng de afdichtingsring opnieuw in de juiste richting aan op de messeneenheid
(E4) (Afb 9).
Controleer of de afdichtingsring correct op de messeneenheid zit.
Doe de ingrediënten in de fles zonder het aangegeven maximum niveau te overschrijden:
* 400ml voor dikke mengsels
* 600ml voor vloeibare bereidingen
Waarschuwing: Giet geen kokende vloeistoffen (met een hogere temperatuur dan
80°C/176°F) in de fles.
Breng de messeneenheid (E4) aan op de bovenkant van de sluitring (E5) en zet het vast door het
met de klok mee te draaien (Afb 8).
Zorg dat de messeneenheid juist is vastgemaakt: de pijl op de sluitring moet zich op één lijn met
de pijl op de fles bevinden.
Draai de fles ondersteboven en breng het juist aan op de motoreenheid. Zet het vast door het met
de klok mee te draaien. Een fleslogo verschijnt op het scherm en u hoort een geluidssignaal
.
op de sluitring (B3 of C3) (Afb 1). Draai de kan ondersteboven en breng de sluitring met de
messeneenheid aan op de onderkant van de kan (Afb 2). Zet het vast door het met de klok mee
te draaien (Afb 2). Zorg dat de sluitring juist is vastgemaakt: de pijl op de kan moet zich op één
lijn met de pijl op de sluitring bevinden.
Doe de ingrediënten in de in elkaar gezette kan zonder het aangegeven maximum niveau te
overschrijden:
* 1,75 L voor dikke mengsels
* 1,5 L voor vloeibare bereidingen
Waarschuwing: Giet geen kokende vloeistoffen (met een hogere temperatuur dan
80°C/176°F) in de kan.
Breng het deksel aan op de kan en draai het met de klok mee vast (Afb 5). Zorg dat het deksel
juist is vastgemaakt: de stip op het deksel moet zich op één lijn met de stip op het handvat
bevinden. Breng de middelste dop op de juiste positie op het deksel aan en draai het met de
klok mee vast. Als het deksel niet juist is vastgemaakt, wordt uw apparaat niet ingeschakeld.
Breng de kan juist aan op de motoreenheid: de stip op de kan moet zich op één lijn met de
vergrendeling op de motoreenheid bevinden. Een fleslogo verschijnt op het scherm en u hoort
een geluidssignaal.