Motorola solutions 3004209T01, User Manual

Page: 131 / 176

2 Steek het stopcontactuiteinde van de kabel in een geschikt stopcontact.
Als de oplader goed is ingeschakeld, zal het lampje van de oplader één keer groen knipperen.
3 Voor het opladen van een portofoon met batterij schuift u de portofoon in het ladercompartiment
met de groef aan beide zijden van de portofoon over de opstaande rail aan beide zijden van het
ladercompartiment.
KENNISGEVING: Zorg dat er goed contact is tussen de oplader en de portofoon.
4 Om een losse batterij op te laden, plaatst u deze als volgt in het compartiment van de oplader.
1 Houd de opstaande rand aan beide zijden van de batterij boven de ribbels aan beide zijden
van het compartiment van de oplader.
2 Druk de batterij naar de achterzijde van het compartiment.
3 Schuif de batterij in het compartiment van de oplader en zorg er daarbij voor dat de
contactpunten van de oplader en de batterij elkaar volledig raken.
Als de portofoon of losse batterij goed in het compartiment van de oplader is geplaatst, geeft de
lader de status van het batterijniveau weer zoals te zien is in
Tabel 6 :LED-indicator oplader op
pagina 16 .
Het lampje van de oplader gaat rood branden om aan te geven dat de portofoon of losse batterij
snel wordt opgeladen. Als de batterij bijna of volledig is opgeladen, blijft het lampje van de
oplader groen branden.
5 Verwijder de portofoon of losse batterij met beide handen uit het compartiment van de oplader.
Houd met één hand de oplader tegen terwijl u met de andere hand de portofoon of batterij
verwijdert.
MN007800A01-AA
Hoofdstuk 3: Oplader met 12 compartimenten voor meerdere apparaten
12