NEDERLANDS
nl
30
Bij de bewerking, met name van
metaal, kan zich geleidende stof in
de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische
energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan
tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich
meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de
machine tijdens het draaien zeer regelmatig en
grondig door de achterste ventilatiesleuven uit te
blazen met perslucht. Hierbij moet de machine
worden geborgd.
Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van
een stationaire afzuiginrichting en een
aardlekschakelaar (FI) voor te schakelen. Indien de
haakse slijper door de FI-veiligheidsschakelaar
wordt uitgeschakeld, moet de machine
gecontroleerd en gereinigd worden. Motorreiniging
zie hoofdstuk
9. Reiniging.
Stoffen afkomstig van bepaalde materialen, zoals
loodhoudende verf, enkele houtsoorten, mineralen
en metaal, kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid. Het aanraken of inademen van deze
stoffen kan bij de gebruiker of personen die zich in
de nabijheid bevinden leiden tot allergische reacties
en/of aandoeningen aan de luchtwegen.
Bepaalde stoffen, zoals van eiken of beuken,
gelden als kankerverwekkend, met name in
verbinding met additieven voor de houtbehandeling
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen).
Asbesthoudend materiaal mag alleen worden
bewerkt door vaklui.
- Maak zo mogelijk gebruik van stofafzuiging.
- Zorg voor een goede ventilatie van de werkplaats.
- Het wordt aanbevolen om een stofmasker met
filterklasse P2 te dragen.
Neem de voorschriften in acht die in uw land voor
de te bewerken materialen van toepassing zijn.
Er mogen geen materialen worden gebruikt waarbij
tijdens de bewerking stoffen of dampen vrijkomen
die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest).
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen bij het
werken onder stoffige omstandigheden vrij zijn.
Mocht het nodig zijn om het stof te verwijderen,
ontkoppel dan eerst het elektrisch gereedschap van
het elektriciteitsnet (gebruik niet-metalen
voorwerpen) en voorkom beschadiging van
inwendige delen.
Beschadigde, onronde resp. vibrerende
gereedschappen mogen niet gebruikt worden.
Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische
geleiders en dragende wanden (statica)
voorkomen.
Bij gebruik van de machine buiten: FI-
veiligheidsschakelaar met max. afschakelstroom
(30 mA) voorschakelen!
De stekker altijd uit het stopcontact halen voordat er
instellings-, ombouw- of
onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te
worden vervangen. Indien de extra greep defect is
de machine niet gebruiken.
Een beschadigde of gebarsten beschermkap dient
te worden vervangen. Indien de beschermkap
defect is de machine niet gebruiken.
Schakel de machine niet in wanneer
veiligheidsvoorzieningen of onderdelen van het
gereedschap ontbreken of defect zijn.
Machines met zachte aanloop (herkenbaar aan de
„X“ in de typeaanduiding): Wanneer de machine bij
het inschakelen zeer snel tot het maximale toerental
versnelt, is er sprake van een elektronische fout.
Andere elektronische veiligheidsfuncties staan niet
meer ter beschikking. Laat de machine direct
repareren (zie hoofdstuk 12.).
Zie pagina 2.
1 Quick-spanmoer *
2 Steunflens
3 Spindel
4 Spindelvastzetknop
5 Elektronische signaalindicatie*
6 Blokkering (tegen onbedoeld inschakelen, dan wel
voor de continu-inschakeling)*
7 Drukschakelaar (voor het in-/uitschakelen)
8 Knop (voor het draaien van de hoofdhandgreep)*
9 Hoofdhandgreep
10 Extra greep / extra greep met trillingsdemping *
11 Beschermkap
12 Spanmoer *
13 Tweegaatssleutel *
14 Spanner (voor het zonder gereedschap verstellen
van de beschermkap)*
15 Schroef (voor het instellen van de spankracht
van de spanner)*
* afhankelijk van de uitrusting/niet in de
leveringsomvang
Controleer voordat de machine in gebruik
wordt genomen of de op het typeplaatje
aangegeven spanning overeenkomt met de
netspanning.
Alleen verlengsnoeren met een minimale diameter
van 1,5 mm
2
gebruiken. Verlengsnoeren moeten
geschikt zijn voor de vermogensopname van de
machine (vergl. de technische gegevens). Bij
gebruik van een kabelhaspel moet de kabel altijd
geheel zijn afgerold.
6.1 Extra greep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (10) is
aangebracht! De extra greep (naar wens) in
het draadgat links, midden of rechts met de hand
stevig inschroeven.
6.2 Beschermkap aanbrengen
(voor het werken met schuurschijven)
Vóór de inbedrijfstelling:
beschermkap aanbrengen.
Voor grofslijpwerkzaamheden dient uit
veiligheidsoverwegingen de beschermkap
(11) te worden gebruikt.
5. Overzicht
6. Inbedrijfstelling
Summary of Contents for W 22-180
Page 2: ...2 OK OK OK 2 2 12 12 B 12 A OK OK OK 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 13 12 A C D B 11 14 15 E ...
Page 117: ......
Page 118: ......
Page 119: ......
Page 120: ...Metabowerke GmbH Metabo Allee 1 72622 Nuertingen Germany www metabo com 170 27 1810 1214 ...