polijsten.
Toepassingen waarvoor het
elektrogereedschap niet voorzien is,
kunnen risico‘s en letsels veroorzaken.
c
Gebruik geen toebehoren die door
de fabrikant niet speciaal voor dit
elektrogereedschap voorzien en
aanbevolen werden.
De mogelijkheid
om het accessoire op het elektroge-
reedschap te bevestigen, garandeert
geen veilig gebruik.
d
Het toegestane toerental van het
inzetgereedschap moet ten min
ste zo hoog zijn als het op het elek
trogereedschap vermelde maximale
toerental.
Toebehoren die sneller draai-
en dan toegelaten, kunnen beschadigd
worden.
e
De buitendiameter en de dikte van
het inzetgereedschap moeten met de
gegevens van uw elektrogereedschap
overeenkomen.
Verkeerd gedimensi-
oneerd inzetgereedschap kan niet vol-
doende afgeschermd of gecontroleerd
worden.
f
Slijpaccessoires, flenzen, slijpschijven
of andere toebehoren moeten exact
op de slijpas van uw elektrogereed
schap passen.
Inzetgereedschap dat
niet exact op de slijpas van het elektro-
gereedschap past, draait ongelijkmatig,
vibreert heel sterk en kan tot controle-
verlies leiden.
g
Gebruik geen beschadigd inzetge
reedschap. Controleer voor ieder
gebruik het inzetgereedschap, bijv.
slijpschijven, op afsplinteringen en
barsten, (sterke) slijtage, staalborstels
op losse of gebroken draden. Als het
elektrogereedschap of het inzetge
reedschap valt, controleert u of het
beschadigd is of gebruikt u onbe
schadigd inzetgereedschap. Als u het
inzetgereedschap gecontroleerd en
ingezet hebt, houden u en zich in de
omgeving bevindende personen zich
buiten het gebied van het roterende
inzetgereedschap en laat u het appa
raat een minuut lang met het maxi
male toerental draaien.
Beschadigd
inzetgereedschap breekt meestal tijdens
deze testperiode.
h
Draag persoonlijke beschermings
uitrusting. Gebruik in functie van de
toepassing volledige gezichtsbe
scher ming, oogbescherming of een
veiligheidsbril. Indien nodig draagt u
een stofmasker, gehoorbescherming,
veiligheidshandschoenen of een spe
ciale schort die u beschermt tegen
kleine slijp en materiaal partikels.
De
ogen moeten beschermd worden tegen
in het rond vliegende vreemde deeltjes,
die ontstaan bij verschillende toepas-
singen. Stof- of gasmaskers moeten het
stof dat ontstaat tijdens het gebruik fil-
teren. Als u langdurig aan sterk lawaai
bloot gesteld wordt, kan gehoorverlies
ontstaan.
i
Zorg dat andere personen op een
veilige afstand van het werkbereik
blijven. Iedereen die het werkbereik
betreedt, moet persoonlijke bescher
mingsuitrusting dragen.
Brokstukken
van het werkstuk of gebroken inzetge-
reedschap kan wegvliegen en letsels
veroorzaken, ook buiten het directe
werkbereik.
j
Houd het apparaat uitsluitend vast
aan de geïsoleerde greepopper
vlakken, als u werkzaamheden uit
voert waarbij het inzetgereed schap
verborgen stroomleidingen of de
eigen stroomkabel kan raken.
Contact
met een spanningvoerende leiding kan
ook metalen apparaat onderdelen onder
spanning zetten en een elektrische
schok veroorzaken.
68
WU5405070_Bedien-2009.indd 68
WU5405070_Bedien-2009.indd 68
14.09.20 15:07
14.09.20 15:07